zaterdag 30 maart 2013

Stuurbaard Bakkebaard


Onlangs verscheen het vijfde album van Stuurbaard Bakkebaard, een eigenzinnig gezelschap uit de regio van Eindhoven. De titel, 'Boys Do Cry', lijkt te verwijzen naar The Cure's 'Boys Don't Cry', maar muzikaal gezien zijn er geen enkele overeenkomsten. De dwarse formatie komt wederom met een prettig gestoord en ongrijpbaar werkje op de proppen, in een stijl die ergens tussen Tom Waits en De Kift ligt. Het recalcitrante zit hem niet alleen in het onalledaagse geluid, maar ook in maffe songtitels als 'I Didn't Understand How It Could Be Doned But I Amazed Myself.' Of de band ooit doorbreekt naar het grote publiek valt sterk te betwijfelen, maar ik geloof niet dat ze daar zelf wakker van liggen.   

maandag 25 maart 2013

Mathijs Leeuwis


Een paar weken geleden zag ik in cafe De Herberg in Belfeld een optreden van Mathijs Leeuwis. Geflankeerd door Alex Akela op viool en (sporadisch) mandoline en gitarist/banjospeler Theo Sieben gaf de Brabander een aardig optreden voor een select gezelschap. In een soort van knusse huiskamersfeer speelde het trio een aantal op blues en country geënte liedjes. Bijzonder is dat Leeuwis zich bedient van de Nederlandse taal (met een vet Brabants accent). Voor zijn leeftijd beschikt de man uit Waalwijk over een doorleefde stem. Het optreden was doorspekt met humor en grappige anecdotes, maar in de kern maakt Leeuwis niet echt vrolijke muziek. Dat is prima. Wel gaat de geacteerde branie in zijn presentatie en teksten (iets te veel drank, hoeren en zelfkant) en de monotone kraak in zijn stem (die ook niet echt natuurlijk overkomt) op een gegeven moment lichtjes irriteren. Gelukkig heeft Leeuwis ook de nodige zelfspot. 

   

zaterdag 23 maart 2013

Een echte fan   


Het nieuwe album van David Bowie heb ik nu een keer of tien beluisterd en ik hoezeer ik ook mijn best doe: het lukt me niet om het goed te vinden. En dat betreur ik.

Mijn eerste kennismaking met alternatieve popmuziek betrof de albums 'Heroes' en 'Lodger' die ik begin jaren tachtig van vooruitstrevende vrienden op een cassettebandje (TDK SA 90) mee naar huis kreeg ter beluistering. Ik was een jaar of vijftien en mijn muzikale horizon reikte niet verder dan Supertramp en Pink Floyd (uit de platenkast van mijn ouders), The Police, Gruppo Sportivo en JJ Cale (uit die van mijn zussen) en 'eigen' ontdekkingen als de Simple Minds en The Cure. Niks mis met al deze bands, maar Bowie had iets wat ik nog niet eerder had gehoord.

donderdag 21 maart 2013

cd: My Blue Van - As Colours Change

Messcherp debuut van My Blue Van 


Openingstrack 'Northern Light' op het debuutalbum van de Utrechtse formatie My Blue Van maakt meteen duidelijk: hier gebeurt iets bijzonders. Een machtige melodie, een soulvolle strot en een lekkere bluesy piano: dit kun je met recht een glorieuze start van een cd noemen. De vraag werpt zich op of de band dit hoge niveau een heel album volhoudt. Het antwoord luidt: jazeker.

As Colours Change overtuigt van begin tot eind. My Blue Van won in 2012 de publieksprijs van De Utrecht Popprijs en dat is geen toeval. Dit album staat barstensvol hoekige, vuige maar ook soulvolle bluesrock, met sporadisch een funky insteek. De ballads zijn dan weer een toonbeeld van subtiliteit. Frontman Bas Beenackers beschikt over een ferme stem die doorleefd en helder tegelijk klinkt. De man blijkt bovendien een zeer bedreven gitarist.

Voor een debuut klinkt As Colours Change opvallend volwassen en zelfbewust. Stuk voor stuk zijn het stoere songs met fijne riffs, bezielde gitaarsolo's en de nodige weerbarstigheid. The Black Keys, Led Zeppelin en Otis Redding zijn namen waar de band zelf graag naar verwijst. In de rauwheid van sommige songs hoor je ook invloeden uit de grunge en stonerrock. De productie klinkt gortdroog en ook dat is een pluspunt. As Colours Change is een bijzonder knap debuut van een band waar je nog veel van gaat horen.

maandag 18 maart 2013

Kroenenberg 


Ter ere van het verjaardagsfeest van mijn zus heb ik me afgelopen zaterdag -samen met mijn andere zus op accordeon en haar vriend op bas- gewaagd aan een bewerking van 'Ay Te Dejo' van Los Lobos, dat later door Rowwen Hèze is omgedoopt tot 'Kroenenberg'. De toonsoort waarin we speelden noopte me tot lager zingen dan goed voor me was, maar verder ging het best aardig. Het lied had vooraf de tweestrijd gewonnen met Rowwen Hèze's 'De Moan', een cover van de prachtige Mexicaanse tranentrekker 'Estoy Sentado Aqui', ook al van Los Lobos. Goed, wij speelden dus onze versie van het opgewekte 'Kroenenberg' van Rowwen Hèze, de formatie van Jack Poels die ook alweer bijna drie decennia aan de weg timmert. Eind jaren tachtig, een paar jaar na de oprichting van de band, zag ik ze optreden in Baarlo voor anderhalve man en een paardekop. De rest van het verhaal is bekend. Ik heb altijd een zwak gehad voor de band uit het Limburgse America, hoewel ik zeker niet alles even goed vind. Soms zwichten ze te veel voor de commercie. Maar naar de poëtische teksten gecombineerd met de prettige stem van Poels is het ook vaak prettig luisteren.


woensdag 13 maart 2013

Live: Jake Bugg

Uitgekookte copycat


Op de klanken van Robert Johnson betreedt Jake Bugg het podium van een uitverkocht Tivoli. Zo maakt de negentienjarige knaap met een oude ziel nogmaals duidelijk waar hij zoal de mosterd vandaan haalt. Bugg wordt nogal eens (terecht) vergeleken met de jonge Bob Dylan, maar zelf noemt hij, behalve de blues van Robert Johnson, Donovan en - verrassend - Jimi Hendrix als voornaamste inspiratiebronnen. De optredens van Jake Bugg in Nederland waren in een mum van tijd uitverkocht: het is snel gegaan met de piepjonge muzikant uit Nottingham. En na het concert in Tivoli kan hij linea recta door naar Austin, Texas voor een optreden op het festival SXSW.

Van vermoeidheid is niet veel te merken, al scheelt het dat zijn shows niet langer dan een uurtje duren en dat hij weinig meters maakt op het podium. Op veel beweging kun je de stoïcijnse jongeling niet betrappen. Gitaar omgespen en zijn liedjes spelen, dat is het motto. Veel contact met zijn twee kompanen op het podium is er niet, net zo min als met het publiek. Na de ouverture met de lieflijke blues van 'Fire' is de doorstart best gedurfd maar ook wat tam, met twee countryliedjes, 'Kentucky' en 'Love Me the Way You Do', die niet op zijn debuut staan. Bugg komt wat stroef op gang, zo blijkt ook uit zijn uitvoering van 'Trouble Time', die het venijn mist van de albumversie.

Het staat buiten kijf dat Jake Bugg een getalenteerde jongen is. Hij beschikt over een opvallend, soms snerend stemgeluid en weet hoe je een liedje moet schrijven. Ook als gitarist (zowel akoestisch als elektrisch) staat hij zijn mannetje. In een van zijn betere nummers 'Taste It' gooit hij er een lekkere solo uit. Op het repertoire staan echter iets te veel zoetsappige ballads; je zou wensen dat-ie wat vaker zou rocken als in 'Slumville Sunrise'. De verwijzingen naar de jaren zestig zijn talrijk, maar in een lied als 'Ballad of Mister Jones' hoor je ook de gedragen Britpop van The Verve terug.

De stem, de wijze van gitaarspelen, de houding op het podium en het kapsel: het echoot allemaal de sixties. En daar zit ook precies de crux. Het ligt er te dik bovenop, net als bij die andere copycat, Jacco Gardner. Zo oogt het al te nadrukkelijk als een uitgekiende marketingtruc. Deze jongens jatten zo ongegeneerd uit een muzikaal tijdperk dat je je afvraagt wat ze nu eigenlijk zelf te melden hebben. Maar is Bob Dylan ook niet ooit zo begonnen?

Eerder publicatie op KindaMuzik

10 maart 2013, Tivoli Oudegracht


woensdag 6 maart 2013

Amok


Radiohead is een band die ik hooglijk bewonder. Met de ontembare drang tot vernieuwing slaat de formatie rondom Thom Yorke ook wel eens de plank mis, maar de hoeveelheid prachtnummers dat intussen is verschenen is indrukwekkend. Thom Yorke maakt sinds 2009 ook deel uit van de experimentele band Atoms for Peace, alwaar hij samen met onder andere bassist Flea van de Red Hot Chili Peppers nog een uitlaatklep heeft gevonden voor zijn (vele) creatieve hersenspinsels. Het is niet de gemakkelijkste muziek die de band maakt en ik ben ook niet echt een liefhebber van elektronische muziek, maar toen ik het album 'Amok' enkele dagen geleden in de auto draaide onderweg van Utrecht naar Venlo, geraakte ik wel in een soort trance.


maandag 4 maart 2013

Kim Janssen


Voor een artikel dat ik recentelijk schreef over het nieuwe treinstation Utrecht Vaartsche Rijn ben ik uiteraard ook even een kijkje gaan nemen bij de bouwwerkzaamheden. Zo kunstzinnig als in de video van de Utrechtse muzikant Kim Janssen echter heb ik het niet ervaren ...