vrijdag 21 april 2017

Toontje Lager, toen en nu


Samen met Doe Maar en Het Goede Doel zorgde Toontje Lager er begin jaren tachtig voor dat Nederlandstalige pop bekend werd bij een groot publiek. Na dertig jaar staat de band weer op de planken. In een nieuwe samenstelling, maar met zanger Erik Mesie.

Een gewiekste en luchtige combi van reggae, (synthi)pop en rock: zo zou je de liedjes op het bekendste album van Toontje Lager Erop of Eronder (1982) kunnen omschrijven. Met veel ruimte voor de sologitaar van Gerard de Braconier en de vrijpostige en ironische teksten van Bert Hermelink. 8WEEKLY sprak met zanger Erik Mesie.

Wat deed je besluiten om de oude nummers van Toontje Lager weer te gaan spelen?
“Het besef dat we toen iets bijzonders hebben gemaakt en dat de liedjes sprankelend en spontaan zijn gebleven. Ze hebben de tand des tijds goed doorstaan en worden nog steeds veel gedraaid.”

Waarom wilde de originele bandleden van toen eigenlijk niet meedoen?
“Dat weet ik niet. Het lijkt erop dat ze vinden dat Toontje Lager begraven is en dat dat zo moet blijven.”

Hoe kijk je zelf terug op die succesvolle periode in de jaren tachtig?
“Het was een prachtige tijd. Maar het was ook erg druk en hectisch. Er was weinig ruimte voor een sociaal leven. Ik denk met veel plezier terug aan die creatieve periode en aan de aandacht die we van de fans ontvingen.”

Herman Pouderoyen schrijft eigen koningslied


De Utrechtse zanger Herman Pouderoyen schreef een alternatief koningslied, getiteld 'Koning zijn is geen sinecure'. Hij was niet te spreken over het officiële lied.

Een nieuw koningslied dus, wanneer kwam je op het idee?
'Toen ik het officiële lied hoorde, dacht ik eerst dat het een carnavalslied was. Ik vind het echt schandalig hoe slecht het is geschreven, en ik weet niet eens door wie. "De dag die je wist dat zou komen" is er literatuur bij ...'

Waarom maak je je er eigenlijk zo druk om?
'Het is al niet eenvoudig om koning te zijn omdat iedereen je op de vingers kijkt, daar gaat mijn tekst ook over, en dan krijg je ook nog zo'n prutslied aangeboden. Nou bedankt hoor, zal Willem-Alexander denken.'

Heb je eigenlijk iets met het koningshuis?
'Nou, ik ben geen echte Oranjefan. Maar het officiële koningslied vond ik echt te erg voor woorden. En dat ze dat dan namens alle Oranjeverenigingen aanbieden ... Dieper kun je niet zinken wat mij betreft.'

Ga je jouw lied nog aanbieden aan de koning?
'Ik hoorde dat hij aanwezig zou zijn bij de eerste muntslag van de nieuwe 10 euromunt. Toen heb ik mensen bij de Munt gezegd dat ik het graag wilde spelen voor de koning. Ze vonden het een leuk idee, maar ze waren te laat met de uitnodiging. Bovendien zat zijn agenda al vol."

Hier kun je het alternatieve koningslied van Herman Pouderoyen beluisteren.

Eerdere publicatie in het Stadsblad.

Jongens van de kust even terug in Domstad


De Zeeuwse formatie Racoon keert terug in Utrecht. Want de wieg van het grote succes van de band staat in de Domstad. "Een wereldwijde evergreen, dat zou mooi zijn."

Enigszins geroerd bekeken de vier bandleden van Racoon vorige week bij DWDD een filmpje met een terugblik op hun twintigjarige carrière. Gitarist Dennis Huige: ,,Die twintig jaar zijn echt voorbij gevlogen. Zelf sta je daar niet zo bij stil. Als je dan, onverwacht, zo'n filmpje te zien krijgt, komt dat wel even binnen ja.’’

Een twintigjarig jubileum: er zijn maar weinig popbands die dat voor elkaar krijgen. ,,Je houdt het alleen zo lang uit samen als je in het gareel blijft, en dus niet verzuipt in de verleidingen die op je pad komen. Bovendien hebben we nu allemaal een gezin en kunnen we sowieso niet meer doorhalen tot drie uur ’s nachts’’, vertelt drummer Paul Bukkens.

Superhandig
De kiem van het grote succes van Racoon ligt in Utrecht, waar drie bandleden in de jaren negentig een studentenhuis deelden in de Kanaalstraat. Voor de prille band had het zo zijn voordelen om bij elkaar in een huis te wonen. Huige: ,,Als ik naar boven liep, zat Bart (van der Weide, de zanger) al klaar met zijn gitaar op schoot.’’

In het nabijgelegen oefenhonk dB's werkte de band energiek aan zijn eerste nummers. Het onverwachte succes van het debuutalbum 'Till Monkeys Fly' betekende overigens meteen bijna het einde van Racoon. ,,We zagen elkaar teveel: in de bandbus, bij optredens en dan ook nog eens thuis. Het werd een soort snelkookpan’’, vertelt Huige. Twee bandleden verkasten naar Woerden, Huige bleef nog enige tijd in Lombok wonen.

Blaudzun: ‘Ik hou het meest van zonnige melancholie'


Deel 1 en 2 van zijn trilogie ‘Jupiter’ zijn inmiddels verschenen, deel 3 volgt nog. 8WEEKLY sprak met Blaudzun in TivoliVredenburg, na afloop van de repetitie met zijn band. “Soms moet je eerst keihard neergaan om weer op te kunnen staan.”

Hoe ging het?

‘Zes weken hebben we geen show meer gedaan, dus dan is het altijd goed om weer even te repeteren. We zijn nu achter de komma aan het werken. Dat is nodig, want foutjes die je live maakt moet je creatief kunnen oplossen. Maar uiteindelijk word je van een optreden voor een publiek uiteindelijk zoveel beter. Dan ben je gewoon scherper. Repeteren is toch een soort van kantoorbaan.’

Vanavond spelen jullie in de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Denk je nog wel eens terug aan het oude Tivoli?
'Die zaal mis ik soms wel ja. Intussen zijn er gelukkig ook veel mooie shows geweest in TivoliVredenburg, dus langzaam komt de ziel er wel in. Maar al met al ben ik toch meer van de oude vibe van Tivoli aan de Oudegracht.’

Vanwaar die titel ‘Jupiter’ voor de trilogie?
‘Ik vind het wel een grappig gegeven dat Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel, de vijfde planeet is vanaf de zon gezien. Dit is ook mijn vijfde album. Bovendien is Jupiter een soort magneet die, door de zwaartekracht, veel zooi uit de ruimte weghaalt. Bij kunst werkt dat ook zo: goede kunst trekt slechte dingen bij je weg, zoals de rommel die in je hoofd zit.’