vrijdag 12 mei 2017

De vergeten nederpophelden van Johan Derksen


Hij staat vooral bekend om zijn ongezouten kritiek op voetbal- en niet voetbalgerelateerde zaken in het tv-programma Voetbal Inside. Wat minder mensen weten, is dat Johan Derksen een groot muziekliefhebber is. Zaterdag 13 mei staat hij met 'De Pioniers van de Nederpop' in de Goudse Schouwburg.

Zijn huis in Oudewater staat volgestouwd met 30.000 cd's , bij RTV Rijnmond heeft hij een eigen radioprogramma, en dan is er natuurlijk nog de theatertour met vergeten Nederpophelden waarmee hij al enkele seizoenen door het land trekt. "Als ik moet kiezen tussen voetbal en muziek? Muziek natuurlijk. Het is echt niet mijn ultieme genot om in een ordinair voetbalprogramma te zitten. Maar ja, ik moet ook de kost verdienen hè?"

Levensverhaal
Na zijn pensioen stortte Derksen zich vol overgave op zijn grote liefde: de muziek. De oud-voetballer besloot om bijna vergeten zangers en muzikanten uit populaire Nederbeatbands van de jaren zestig wederom een podium te bieden. En dat bleek een gouden vondst. "Bezoekers hebben een kostelijke avond: ze vinden het geweldig. Maar het is wel ouderenjongeren leut hoor. Mensen onder de vijftig tref je bij ons niet aan." Heeft Derksen een verklaring voor het succes van zijn theaterprogramma? "Mensen raken ontroerd bij de muziek. Het is een feest van herkenning: Ze worden herinnerd aan hun eerste liefde, trouwen, scheiden en kinderen krijgen. De liedjes vertellen een levensverhaal en daar zijn mensen gevoelig voor.

Harpist Remy Van Kesteren slaat de brug van herdenken naar vieren


Voor de 25e keer wordt op 5 mei het Bevrijdingsfestival in Utrecht georganiseerd. Op het affiche staan bands als Blaudzun, Room Eleven en My Baby, maar ook de band van Remy van Kesteren. De harpist speelt ook de dag ervoor in de Domkerk.

Remy van Kesteren en de Domkerk lijken geschapen voor elkaar. De warme sonore klanken van zijn harp gedijen prima in de gewijde ambiance van een kerk. Verrassender is het dat de klassiek geschoolde muzikant een dag later ook de openingsact is op het Bevrijdingsfestival. "In de Domkerk zal de nadruk iets meer liggen op het ingetogene en het introspectieve, op 5 mei gaan alle registers open," vertelt de harpist.

Hoewel hij er eerder optrad, blijft een concert in de Domkerk een bijzondere gebeurtenis. "Het is een prachtige kerk en extreem akoestisch. Alleen al de galm is waanzinnig." Het noopt Van Kesteren en band tot enige muzikale aanpassingen. "We nemen er wat meer de tijd voor. Met een te harde, of te snelle drum hoor je de muziek nauwelijks meer." Ook past hij zijn repertoire er op aan, maar het onderscheid zit volgens Van Kesteren meer in de arrangementen van de nummers en de intentie waarmee wordt gemusiceerd. "Je moet gebruik maken van de gehele ruimte. Spelen in de Domkerk is een hele specifieke uitdaging die je zelf naar je hand kunt zetten." 

Een bijzondere aanvulling op het concert van Van Kesteren is de lichtshow die zijn muziek visueel zal ondersteunen. De muzikant kijkt zeer uit naar het optreden in de Domkerk, maar ook zijn show de dag erna op het Bevrijdingsfestival ziet hij verwachtingsvol tegemoet. "Zo'n groot festival blijft toch altijd weer spannend." Volkomen onbekend terrein is een popfestival echter niet voor de harpist: Eerder stond hij al op de podia van Into The Great Wide Open en het Best Kept Secret Festival. De laatste jaren integreert Van Kesteren steeds vaker rock- en popelementen in zijn muziek, en met Eric Vloeimans verkende hij eerder al de grenzen van de jazz. 

'Wat zeggen de asperges?'


Cabaretier Ronald Snijders tourt momenteel door het land met zijn voorstelling 'Welke Show'. 8WEEKLY sprak met hem over absurde humor, Toon Hermans en kopdichten. "Er is veel mogelijk als je je fantasie gebruikt."


Hoe zou je de voorstelling omschrijven?
"Ik maak een specifiek soort humor. Je vindt het leuk of niet. Het is erg talig, absurdistisch, en vrij melig. Ik doe ontzettend veel grapjes in een show, sommige mensen vinden het zelfs te veel. Verder is het een vrolijk, open programma waarbij het bijna gezellig wordt. Ik heb de ambitie om de boze buitenwereld buiten te laten. Al ben ik ook wel van de vervreemding natuurlijk."

Toon Hermans lijkt een inspiratie te zijn …
"Klopt, in deze voorstelling heb ik me erg door hem laten inspireren. Ik heb zijn oude shows veelvuldig teruggekeken. Mijn voorstelling is een kleine ode aan hem, een buiging zou je kunnen zeggen. Wat hij deed wordt niet meer gedaan in het theater. Toon Hermans was een heel innemende man, het leek bij hem alsof je op een verjaardag was en getrakteerd werd op zijn komische kijk op de dingen."

Absurdisme speelt een grote rol in je teksten.
"Zeker. Ik maak in mijn shows veel gebruik van miscommunicatie, bijvoorbeeld als je een woord verkeerd verstaat, of bij een verschrijving of een verspreking. Ook doe ik veel met de verschillende betekenissen van een woord. En voor het bedenken van nieuwe woorden heb ik een soort zesde zintuig ontwikkeld."

Je hebt ook een nieuwe vorm van gedichten bedacht: de kopdichten. Hoe kwam je daar op?
"Toen ik tafelgast was bij DWDD werd ik vooraf gevraagd naar het nieuws van de dag. Ik ging kijken op Telegraaf.nl en zag daar hele poëtische nieuwskoppen, o.a. over de schoonheid van vrouwen, dikke billen, harde werkers en Yolanthe. Van een aantal koppen heb ik toen een gedicht gemaakt: mijn eerste kopdicht."

"De Godfather van het Utrechts cabaret"


Hennie Oliemuller heeft aan de wieg gestaan van het succes van o.a. Utrechtse cabaretiers als Herman Berkien en Tineke Schouten. Zelf bereikte hij nooit een groot publiek. Filmmaker Floris Meinardi gaat zijn leven in beeld brengen.


In zijn eigen theatertje, in een werfkelder aan de Oudegracht, begon Oliemuller begin jaren zestig met optreden. Het waren de jaren van Wim Kan, Toon Hermans en Wim Sonneveld, maar in Utrecht was er nog geen sprake van serieus cabaret. Na vele omzwervingen belandde Oliemuller uiteindelijk in het Schillertheater aan de Minrebroederstraat. De 'godfather van het Utrechts cabaret', noemt Meinardi hem. Een groot publiek wist Oliemuller echter nooit te bereiken. "Hij voelde zich het meest thuis in zijn eigen, kleine theater. Daar kwam hij ook het best tot zijn recht."