woensdag 18 oktober 2017

"Flamenco is armoede en tragiek, maar ook het grote geluksgevoel"


 Met de voorstelling 'Patrias' staat flamencogitarist Paco Peña zondag in De Flint in Amersfoort. De meester van de flamenco zet de Spaanse Burgeroorlog en de Spaanse dichter/toneelschrijver Federico García Lorca hierin centraal.


De invloed van Lorca (1898-1936) op het Spaanse culturele erfgoed is evident, beaamt ook de 'koning van de flamenco', Paco Peña: "Lorca was niet alleen een uitermate inspirerende intellectueel, maar hij heeft ook grote invloed gehad op de flamenco. Hij componeerde zelf muziek en speelde gitaar en piano." Vanwege zijn linkse karakter (en waarschijnlijk ook als gevolg van zijn openlijke homoseksualiteit) werd Lorca in 1938 gedood door aanhangers van Franco."Hij was pas 38 jaar oud, zijn geest zat nog boordevol mogelijkheden. Dat hij gedood is door een hersenloos iemand, is een grote tragedie."

De tragiek van de vermoorde dichter koppelt Paco Peña in zijn voorstelling 'Patrias' ("Spaans voor "Vaderlanden") aan een andere dramatische gebeurtenis uit de Spaanse geschiedenis: de burgeroorlog tussen 1936 en 1939. Aan de hand van historische filmbeelden (o.a. uit de Franse documentaire film 'Mourir à Madrid' uit 1963), en in samenwerking met muzikanten en dansers, neemt de gitarist het publiek mee terug naar het Spanje van de jaren 30. Hoe is het idee ontstaan voor dit onderwerp? "Tijdens de honderdjarige herdenking in Edinburgh van de WOI, in 2014, ben ik gevraagd om de thema's oorlog en flamenco met elkaar te verbinden. Toen kwam ik al snel uit bij mijn eigen oorlog: de Spaanse burgeroorlog."

dinsdag 17 oktober 2017

Een avondje treurnis op herhaling


Waarom zou je een succesvolle voorstelling een klein jaar later niet gewoon nog een keer programmeren? Dat is vast de (begrijpelijke) gedachtegang geweest bij Molen de Ster in Utrecht.

En dus is het vanavond wederom droefheid troef, met de voorstelling 'Wee Mij' van De Kift en de Vorlesebühne. Op een troostrijke locatie, dat wel, want de 18e eeuwse houtzaagmolen aan de Leidsche Rijn in de wijk Lombok -met een houten vloer en allerlei gezellige molenattributen her en der, én met een bar- biedt voldoende knusheid om een avondje treurnis te kunnen weerstaan.

Om beurten betreden de muzikanten van De Kift en de vier literaire voordragers het podium om de vele bezoekers onder te dompelen in meer, of minder treurige aangelegenheden. Aan de De Kift is die droefenis wel besteed natuurlijk, want op hun repertoire prijken vele treurliederen, variërend van onbestemd melancholisch tot diepdroef. Wat helpt hierbij is dat de theatrale fanfarerockband veelal put uit de Russische literatuur, voorwaar geen bron van grote vrolijkheid. En het droefgeestige geluid van de tuba werkt ook goed.

Een ode aan de schrijfmachine


Omdat er vroeger op school geklaagd werd over zijn handschrift, kochten de ouders van Ingmar Heytze een schrijfmachine. Dat was voor de Utrechtse dichter het begin van een levenslange fascinatie en verzamelwoede, die uiteindelijk resulteerden in het boek 'Tien vingers blind, een ode aan de schrijfmachine'.


Je bent met dichten begonnen op een schrijfmachine?
"Ja, mijn eerste gedicht schreef ik op een oud elektrisch exemplaar. Ik was vijftien en het was eigenlijk niet de bedoeling dat ik er gedichten op zou gaan schrijven. Hij was aangeschaft om huiswerk op te maken. Mijn ouders hadden de schrijfmachine tweedehands voor me gekocht bij een winkel in kantoorbenodigdheden, op de Amsterdamsestraatweg. Maar zodra ik al dat gezoem en geratel hoorde, was ik verkocht, en schreef ik de eerste jaren al mijn gedichten erop."

Wat was jij gaan doen als de schrijfmachine nooit was uitgevonden?
"Precies hetzelfde, maar dan een stuk minder goed leesbaar."

Had je ooit zo'n fascinatie ervoor ontwikkeld als je een leesbaar handschrift had gehad?
"Goed punt! Misschien niet. Aan de andere kant zit de aanleg voor fascinatie ook wel in me, en voor het aanleggen van verzamelingetjes. Ik heb het ook met gitaren."

"Een boek kan prima zonder film"
Arnon Grunberg over zijn tweede liefde: de cinema


Als tiener had hij de droom om acteur te worden, maar Arnon Grunberg werd een succesvol romanschrijver. De passie voor de cinema is echter gebleven, zo bewijst ook zijn rol als 'Blikverruimer' (gastprogrammeur) bij het NFF in Utrecht.

Zelf is hij de eerste om zijn rol als gastcurator bij het NFF te relativeren: "Mijn bijdrage
is slechts symbolisch, het gaat natuurlijk om de films. Het gedoe eromheen is hooguit een manier om aandacht voor films te krijgen. Daar moet je redelijk nuchter over blijven."

23 september zal Arnon Grunberg aanwezig zijn in Pathé Rembrandt bij de première van de nieuwste film van Michael Haneke, Happy End. "Haneke is een van mijn favoriete regisseurs. Hij onderzoekt de menselijke wreedheid, zonder zich te laten verleiden tot de makkelijkste reflex: afkeuring. Haneke neemt het perspectief van daders én slachtoffers in en alles wat er tussenin zit." Grunberg heeft de nieuwe film van de Oostenrijkse filmmaker, die veelbesproken films regisseerde als 'Amour', 'Funny Games' en 'La Pianiste', zelf nog niet gezien. "Van sommige regisseurs kun je ongezien iets laten zien."

Maar de schrijver is ook liefhebber van de films van Charlie Chaplin, Martin Scorsese, Roman Polanski en Stanley Kubrick. Filmmakers met een gemeenschappelijk kenmerk: hun wereldbeeld. "Al deze regisseurs kijken naar de wereld op een manier die ik herken. Ongenadig, maar met humor. Ook leren ze mij iets over mijzelf, de wereld en andere mensen."

Utrechtse rockband met fijn gevoel voor de 'groove'


23 september presenteert My Blue Van haar derde album in De Helling. Samen met producent Simon Akkermans werd gezocht naar een iets ander geluid.

"Aanvankelijk noemden we onszelf een bluesrockband, maar dat zijn we eigenlijk nooit geweest. We laten ons niet leiden door genres," vertelt drummer Dennis Wechgelaar. Samen met Bas Beenackers (gitaar en zang) en Johan van Bussel (bas) vormt hij de Utrechtse band My Blue Van. Het trio is muzikaal gezien niet zo eenvoudig in een hokje te plaatsen, en laveert ergens tussen blues, soul en alternatieve rock. Wel met één constante: een fijne groove.

Wechgelaar: "Die groove komt toch vooral door mij. Bas vaart daar lekker in mee." In de jaren 90 luisterde Wechgelaar veel naar metalbands als Korn en Limb Bizkit, want: "die speelden ook heel ritmisch in een hard genre." Over andere inspiratiebronnen van My Blue Van wil hij verder niet veel kwijt. "We zijn allemaal breed georiënteerd, van jazz en hiphop tot wereldmuziek. Het is nooit vooraf ons plan geweest om een bepaald soort muziek te maken." En best verrassend: "Bas luistert zelfs nauwelijks naar muziek, hij wil zich niet teveel laten inspireren door anderen."

Bas is zanger, gitarist en tekstschrijver Bas Beenackers, die met zijn soulvolle stem en prima gitaarspel een belangrijke factor is binnen de band. Het klikte vanaf het begin tussen beiden. Wechgelaar: "Met Bas had ik meteen een connectie: we wisten precies waar we samen muzikaal gezien naar toe wilden. Dat had ik nog nooit zo gehad met een andere muzikant." Over diens gitaarspel is hij lovend: "Bas speelt heel ritmisch en ongepolijst. Soms laat hij het ook nog eens lekker vunzig klinken."