woensdag 29 november 2017

Amerikaanse droom is niet zo vrolijk  


De Drents-Duitse tentoonstelling ‘The American Dream’ toont de mogelijkheden, maar vooral de schaduwkanten van naoorlogs Amerika. Het is voor het eerst dat zoveel werken uit die periode van overzee in Europa te zien zijn.

De argeloze bezoeker van de tentoonstelling zal toch wel even van zijn à propos zijn als hij in een hoekje van het Drents Museum de sculptuur aantreft van een laveloze vrouw, liggend in de goot. Het hyperrealistische, en nogal opzienbarende kunstwerk van Duane Hanson is getiteld 'Derelict woman' (Verlaten vrouw). "Als er geen lijntje voor gespannen was, zou je inderdaad denken dat het echt is," vertelt Annemiek Rens, conservator van het Drents Museum. "Mijn collega's schrokken er van. Ik ben benieuwd naar de reacties van het publiek."

Het moge duidelijk zijn: het realisme staat centraal in deze expositie over de Amerikaanse naoorlogse kunst. Na de Tweede Wereldoorlog verschuift het centrum van de cultuurwereld van Parijs naar New York. De tentoonstelling The American Dream toont zowel de onbegrensde mogelijkheden van die periode, als ook de schaduwkanten: het toegenomen egoïsme en de sociale uitsluiting van de zwakkeren in de maatschappij. De tentoonstelling geeft zo een fraaie inkijk in het culturele en maatschappelijke leven in de VS tussen 1945 en nu.

Een dergelijk omvangrijke tentoonstelling over deze periode was er niet nog eerder in Europa. Bijzonder is ook dat de collectie van de schilderijen, werken op papier, foto's en sculpturen zijn verdeeld over twee locaties: het Drents Museum van Assen en de Kunsthalle Emden. "Je ziet wel vaker dat een expositie een reis maakt van het ene museum naar het andere, maar zoals nu is het nog niet eerder gedaan," zegt Rens. "Voor ons is het ook interessant om te ontdekken of we zo meer Duitse bezoekers kunnen trekken. Andersom geldt dat natuurlijk ook voor de Kunsthalle Emden."

Big in Japan


In eigen land is het nog even wachten op de grote doorbraak, maar in Japan hangt zijn foto naast die van Phil Collins in de platenzaken. Tijd voor een gesprek met de Utrechtse muzikant Tim Treffers.


Zijn tweede album Carnival of Life is niet alleen in de Nederlandse platenzaken te vinden, maar ook in die van Japan. Binnenkort gaat hij zelfs een tour maken door het land. "Ik had niet speciaal iets met Japan, tot me werd verteld dat het andere muzikanten, zoals Wouter Haemel en Hans Dulfer, ook gelukt is om daar bekend te worden." Toen is het balletje gaan rollen: "Ik ben me in het land gaan verdiepen en veel mensen gaan mailen. Binnen een dag had ik een platencontract."

Waarom lukt het in Japan wel, maar in eigen land vooralsnog niet? "Voor mijn muziek is in Nederland geen grote markt. Het is te geen 538 muziek. Ik durf zelfs te zeggen: Het is te muzikaal." In Japan lopen ze wel warm voor de vrij zorgeloze mix van jazz, pop en soul, geënt op de jaren 70 en 80. "Zeker als het ook nog met een lichtelijk hoge stem wordt gezongen." Inspiratie haalt Treffers o.a. uit Stevie Wonder, Elton John en Michael Mc Donald. "En niet te vergeten: Hans Vermeulen. Hij is een van mijn grootste helden," vertelt de Utrechter, niet wetende dat de zanger/componist van de Sandy Coast een dag later plotseling zou overlijden.

Bananenelpee na 50 jaar nog springlevend


50 jaar geleden debuteerde The Velvet Underground met The Velvet Underground & Nico, een van de meest invloedrijke albums uit de rockgeschiedenis. 11 november wordt deze plaat in het Paard van Troje integraal gespeeld door een all-star gelegenheidsformatie.


Een van de muzikanten is Henk Koorn, al drie decennia de frontman van de Haagse rockband Hallo Venray. Ook hij raakte ooit in de ban van 'het bananenalbum': "Eind jaren '70 was ik bij een vriend aan het luisteren. In die tijd kocht je een plaat en ging je met zijn allen nabespreken. Na afloop zei ik meteen: zet die plaat nog eens op, ik heb 'm niet door!" Met de jaren is het album gaan groeien. "Het was echt iets nieuws. Na de Beatles en CCR was dit heel andere koek, vooral qua sfeer. Het is geen mooimakerij. En de teksten bleken ook nog eens heel goed."

Organisch
Dat het album ook nu nog springlevend is, bewijzen de volle zalen die de gelegenheidsformatie trekt. Samen met Carol van Dyk van Bettie Serveert, Bewilder zanger Maurits Westerik, Jerry Hormone en The Tambles staat Henk Koorn op diverse podia in het land om het album in zijn geheel te spelen. Zelf is hij verantwoordelijk voor de vocale uitvoering van de (meer experimentele) songs 'Heroin', 'Black Angel' en 'European Son'. "'Heroin' is echt een gezamenlijke effort: de hele band moet achter me staan. Als zanger trek ik dat niet alleen." Volgens Koorn is Heroin het meest organische nummer op de plaat. "Je hoeft er technisch gezien het minst voor te kunnen spelen, maar je moet het wel begrijpen."

maandag 6 november 2017

Twee generaties Crossing Border


Crossing Border bestaat 25 jaar. Vader en zoon Behre kijken terug op de geschiedenis van het Haagse muziek- en literatuurfestival. "Schrijvers willen vaak in het diepst van hun hart een muzikant zijn, en vice versa."


De man van het eerste uur, Louis Behre, woont momenteel in Drenthe. "Maar ik ben nog lang niet met pensioen hoor. Ik kom nog iedere week een of twee dagen in Den Haag," vertelt hij monter. Tijdens de eerste editie van Crossing Border, in 1993, had Behre nooit kunnen bevroeden dat het festival 25 jaar later nog zou bestaan, laat staan zo zou floreren. "Het vond toen plaats in een kraakpand, zonder elektriciteit. Na elke tien nieuwe bezoekers rende ik naar de kleedkamer om de volgende artiest uit te betalen." Op het eerste affiche van Crossing Border prijkten de namen van o.a. Herman Brood, Sonic Youth en Jules Deelder.

Dat Louis Behre een festival opzette waarbij de inbreng van muziek en literatuur gelijkwaardig is, kent een eenvoudige reden: "Ik kon niet kiezen tussen beide genres, dus daarom koos ik ze maar allebei." Enthousiast vertelt hij over de beginjaren: "Soms sliepen artiesten met twee of drie man op een hotelkamer. Maar ze kwamen allemaal hoor. Met een mooie brief nodigde ik ze persoonlijk uit."

Schaken op school


Een bezoek aan het Hoogovens Schaaktoernooi, dat begin 2016 een dag neerstreek in het Utrechts Spoorwegmuseum, bracht Henk ten Hoeve van basisschool Het Schateiland op het idee om schaken meer onder de aandacht te gaan brengen op basisscholen. 

Met name de daar vertoonde film "De Droomvermenigvulderaar", over een schaakschool in de Indische Buurt in Amsterdam, inspireerde hem tot dit initiatief. Samen met Anne-Marie Benschop (voormalig Nederlands kampioen schaken) begon Ten Hoeve schaaklessen te organiseren op zijn school in Kanaleneiland, waarvan een groot deel (zo'n 90 procent) van de kinderen een immigratieachtergrond heeft. "Ook bij deze groep slaat het schaken aan. Het mooie van schaken is dat het wereldomvattend is en dat iedereen het kan spelen. Mondeling taalgebruik is niet belangrijk."

Door het organiseren van schaaklessen hoopt Ten Hoeve de interactie, en ook de integratie in zijn buurt te verbeteren. "Schaken kan vanaf vier jaar tot hoogbejaard. Als kinderen met hun oom, tante of buurman gaan schaken, kan er tussen de verschillende generaties een goede interactie ontstaan." En ziet hij al succes in Kanaleneiland? "Ja het werkt, maar het gaat heel langzaam. Het is een kwestie van lange adem." Om kinderen niet alleen op school, maar ook thuis te laten schaken, organiseerde Ten Hoeve voor hun moeders eveneens schaaklessen. En vanaf januari 2018 wordt het schaken zelfs, vanaf groep 4, een verplicht lesonderdeel op het Schateiland.

Een klein lied voor een groot drama


Aangezien er na haar vondst al zoveel mooie teksten en gedichten waren gemaakt, twijfelde singer-songwriter Siebe Palmen lang of hij een lied zou schrijven voor Anne Faber. "Het droeg ook bij aan mijn eigen verwerkingsproces."


Er kwamen vele positieve reacties op het ingetogen liedje, getiteld 'Verdwijnen'. "Ja, dat is erg tof natuurlijk. Ook de familie en vrienden van Anne vonden het heel mooi." Zo mooi zelfs dat Palmen zijn lied mocht voordragen tijdens Anne's uitvaart van afgelopen vrijdag. "Dat was heel bijzonder en intens. Ik vond het fijn om deze laatste eer aan Anne te kunnen bewijzen."

Palmen kende Anne Faber van het Louis Hartlooper Complex, waar ze collega's waren. "We waren niet heel close, maar soms deden we een naborrel samen. Anne kon goed ouwehoeren, maar ze was ook heel lief. Bovendien kon ze hard werken en was ze er altijd voor collega's. Ze was een mooi mens."

Van het putje naar het podium


Over zijn jaar leven op straat schreef Wim Eickholt het boek 'Wat ik nou toch heb meegemaakt.' Inmiddels heeft hij weer een eigen woning en is hij van de drank af bovendien. "Ik vind mezelf een leuker mens geworden."

Het glas bier op zijn tafeltje bij het terras van café Markzicht voorspelt weinig goeds. "Het is alcoholvrij hoor," zegt Eickholt lachend. In zijn mindere periode nam hij nochtans behoorlijk in. Dagelijks consumeerde hij zo'n zes liter rosé, vaak nog gevolgd door een fles whisky of wodka. "Ik leefde op sigaretten en drank. Voor de vorm kocht ik yoghurtjes, maar die gooide ik weg."

Lange tijd functioneerde Eickholt, zo zegt hij zelf, naar behoren. Wanneer begon de drank problematisch te worden? "Dat weet ik niet precies. Misschien toen ik thuis kwam te zitten na mijn ontslag (Eickholt was groepsmentor bij moeilijk lerende kinderen). Of het moment dat Vera verdween. Toen was er geen enkele rem meer."