maandag 6 november 2017

Van het putje naar het podium


Over zijn jaar leven op straat schreef Wim Eickholt het boek 'Wat ik nou toch heb meegemaakt.' Inmiddels heeft hij weer een eigen woning en is hij van de drank af bovendien. "Ik vind mezelf een leuker mens geworden."

Het glas bier op zijn tafeltje bij het terras van café Markzicht voorspelt weinig goeds. "Het is alcoholvrij hoor," zegt Eickholt lachend. In zijn mindere periode nam hij nochtans behoorlijk in. Dagelijks consumeerde hij zo'n zes liter rosé, vaak nog gevolgd door een fles whisky of wodka. "Ik leefde op sigaretten en drank. Voor de vorm kocht ik yoghurtjes, maar die gooide ik weg."

Lange tijd functioneerde Eickholt, zo zegt hij zelf, naar behoren. Wanneer begon de drank problematisch te worden? "Dat weet ik niet precies. Misschien toen ik thuis kwam te zitten na mijn ontslag (Eickholt was groepsmentor bij moeilijk lerende kinderen). Of het moment dat Vera verdween. Toen was er geen enkele rem meer."

Zijn ex Vera komt regelmatig voorbij in het boek, net als zijn vrienden Marijn, Maarten en Moniek. "Zonder die drie had ik hier niet gezeten." Zo regelde de laatste ('een engel') woonruimte voor Eickholt toen hij zijn huis in Lombok uit moest. "Ik dacht nog steeds dat ik alles onder controle had. Maar ik verslonsde er zienderogen. Toen het onhoudbaar werd ging ik naar de Sleep Inn. De eerste nacht dacht ik nog: leuk, logeren! Maar daar ben ik snel op teruggekomen. Het was puur overleven."

Eickholt sliep er met zes andere daklozen op een kamer en moest elk moment waken voor diefstal. "Er waren regelmatig gevechten en ik liep ook nog eens heel slecht, vanwege mijn artrose. In de Sleep Inn ging ik echt tot de bodem." Was er een dieptepunt? "Ja, toen ik met het beruchte 'flesje spa blauw' (in werkelijkheid wodka of jenever) de straat op ging. Dat was echt putje putje." Met zijn maatje Bob sleet hij de dagen in het Hoogt ('vanwege de kranten en de oplaadpunten voor de telefoon'), de bibliotheek en De Zaak. In dat café werd Eickholt op een gegeven moment zelfs geweigerd.

Via begeleidster Wendy ('mijn grote geluk') verkreeg hij na twee maanden Sleep Inn een plekje in het verslavingscentrum Juliana-Oord in Laren, alwaar hij in relatieve rust - en zonder alcohol - zijn ervaringen op papier begon te zetten. Met het schrijven ging hij door toen hij vervolgens bij het Leger des Heils belandde en therapie volgde bij Victas, waar hij definitief de drank afzwoor. Niet veel later kreeg Eickholt de sleutel voor een eigen woning.

Inmiddels weten de media hem te vinden: van RTV Utrecht tot Spijkers met Koppen en het Klokhuis: iedereen wil zijn verhaal horen. "Ik ben een soort troeteldakloze nu."

Eerdere publicatie in het Stadsblad. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten