donderdag 15 november 2018

Heimwee naar het leven in een band


Na negen jaar stilte verscheen er weer een album van de Nederlandse band Johan. De grote schare fans van weleer is de formatie trouw gebleven, want de concertzalen bij hun optredens zitten helemaal vol.

"Ja ik was best verbaasd over alle positieve respons na onze terugkeer," vertelt zanger/gitarist Jacob de Greeuw. Negen jaar geleden kwam er een eind aan Johan, na vier zeer lovend ontvangen albums met sprankelende Beatlesque popliedjes. "Het is grappig om bij onze concerten dezelfde gezichten van toen weer te zien, maar alleen een beetje ouder. De mensen zijn met ons meegegroeid." Volgens De Greeuw is de muziek van Johan ook niet tijdsgebonden, ondanks het enigszins alternatieve geluid: "Voor een band als Johan is altijd wel plek: wij maken vrij traditionele, op de 60 en 70er jaren georiënteerde pop." 

Er kwam een andere gitarist (Robin Berlijn, die eerder speelde bij o.a. Fatal Flowers en Kane), maar aan het geluid van Johan is niet wezenlijk veel veranderd. Het begin dit jaar verschenen album Pull Up grossiert wederom in ragfijne, melodieuze gitaarpop. Volgens De Greeuw is de band, ook al door de verse inbreng, wel iets vrijer geworden. "We laten dingen makkelijker los nu en experimenteren meer. Maar we zijn ook negen jaar verder en negen jaar wijzer. En we hebben als muzikanten niet stilgezeten die jaren en zijn dus ook beter geworden."

Alles draait om emotie bij Joris Linssen

Joris Linssen is vooral bekend van tv-programma's als Taxi en Hello Goodbye. Met zijn muzikale project Caramba, waarin hij Mexicaanse mariachinummers bewerkt tot Nederlandstalige liedjes, gaat hij dit najaar ook weer langs de theaters.

"Voor mij is het heel fijn om met 'mijn tweede familie' in een busje door het land te toeren. Zo ben ik even helemaal los van mijn tv-werk," vertelt Joris Linssen in een klein café in de Utrechte wijk Lombok." Zijn tv-werk en de optredens met Caramba raken de laatste jaren wel meer in elkaar vervlochten. "Het wordt steeds meer een kruisbestuiving. Zowel met mijn band als op tv wil ik de mensen raken." 

Met Caramba verzorgt hij intussen ook al zo'n tien jaar avondvullende voorstellingen. De band stelt zich als doel om steeds nieuwe avonturen te beleven en extreme doelen te stellen. "In de loop van mijn leven heb ik ervaren dat vriendschap alleen maar kan bestaan uit gedeelde herinneringen. Daarom willen we als band spannende dingen meemaken en gaan we muzikale en emotionele uitdagingen aan."

Een grote uitdaging voor Caramba was een tournee door Mexico met als doel om door te breken met Nederlandstalige muziek. "We hebben op een vuig plein gespeeld in Mexico City waar regelmatig schietpartijen zijn, op het graf van een idool van ons, José Alfredo Jiménez, en tenslotte hebben we voor 20.000 man in een stadion opgetreden. Ons plan, dat eigenlijk belachelijk leek, was toch gelukt."

'Judas' roept vragen op over goed en kwaad

Het aangrijpende verhaal van Astrid Holleeder over haar broer Willem, 'Judas', is bewerkt voor het theater en op 3 en 4 november te zien in de Flint.

Dat zijn naam niet wordt genoemd in de theatervoorstelling, is niet zonder reden. "Astrid wilde niet dat haar broer een podium zou krijgen," vertelt regisseur Johan Doesburg. "Bovendien is dit haar verhaal." Voorafgaand aan de bewerking van het boek sprak Doesburg meermaals met Astrid Holleeder. Hij moest haar om toestemming vragen. "Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Het is ook geen fictie natuurlijk. In een normale context voel ik me honderd procent vrij, maar nu had ik te maken met de werkelijkheid." 

Een werkelijkheid die door Astrid Holleeder is opgetekend in de bestseller 'Judas', waarin ze verhaalt over haar jeugd met een drankzuchtige en gewelddadige vader, en over de relatie met haar oudste broer Willem. Ze beschrijft ook waarom ze hem heeft verraden. Omdat ze vreest voor haar leven woont ze sindsdien ondergedoken. Er staat een prijs van 35.000 euro op Astrids hoofd. "Dit gaat niet zomaar over een familieruzietje, maar over levensbedreigende druk. Eerst door haar vader en later door Willem. Echt heel extreem. Als je niet voldoet aan de eisen van de familieclan, krijg je het zwaar te verduren," vertelt Doesburg.

Judy Blank vindt inspiratie in de Deep South


Ze werd bekend door haar deelname in 2013 aan 'De Beste Singer Songwriter van Nederland'. Maar liever praat Judy Blank over de muziek die ze tegenwoordig maakt.

Op haar debuutalbum (2014) was nog vooral melodieuze pianomuziek te horen, nu speelt Judy Blank gitaar en zingt ze pure country en folk. Ze raakte geïnspireerd door haar reizen door het zuiden van de VS. In Louisiana en Nashville trad ze op tijdens open podiumavonden in bars en cafés. Een kleine doorbraak was het optreden in Lake Charles voor een radiostation: "Het was er superdruk. Toen ik begon te spelen werd het helemaal stil. "Wow, blijkbaar doe ik iets goed", dacht ik."

Toen ze werd uitgenodigd voor een belangrijke 'pitchavond', waar ook grote platenmaatschappijen aanwezig waren, kreeg Blank nog meer het gevoel dat ze de juiste muzikale switch had gemaakt: "Ik deed mijn praatje en zij luisterden naar mijn lied 'Mary Jane'. Dat lieten ze best lang doorspelen." Dezelfde dag nog vernam de zangeres dat een dj van een bekend radiostation het nummer op zijn playlist zou zetten. "Een Nederlands meisje tussen al die grote namen van Nashville: geweldig vond ik dat!"

Gitarist eert zijn helden

De Haagse zanger/gitarist Ed Struijlaart staat momenteel in het theater met de voorstelling 'Gitaarmannen: van Clapton tot Sheeran’, waarin hij een ode brengt aan zijn favoriete instrument en zijn gitaarhelden. Welke vijf hebben hem het meest beïnvloed?

"Voor mij was het een openbaring toen ik als achtjarige Eric Clapton zag spelen, tijdens het tribute-concert voor Nelson Mandela. Dat wilde ik ook," vertelt Struijlaart. Aanvankelijk was het de akoestische gitaar waarop hij zich bekwaamde, totdat hij 'Voodoo Chile' van Jimi Hendrix hoorde: "Dat was in de film Under Siege, die heel slecht was overigens. Maar ik werd omver geblazen door zijn gitaarspel. Toen wist ik het zeker: ik wil muziek maken voor de rest van mijn leven." Met het geld dat hij kreeg voor zijn veertiende verjaardag kocht Struijlaart zijn eerste elektrische gitaar. 

Foto: William Rutten
De expressieve stijl van Jimi Hendrix is zeker van invloed geweest op Struijlaarts gitaarspel, maar na enige tijd raakte hij toch weer in de ban van de meer bedaarde Eric Clapton. "Die dualiteit heeft er bij mij altijd ingezeten. Ik hou van woeste solo's, maar ook van mooie, kleine gitaarliedjes. Blues is voor mij wel altijd de basis geweest." Niet vreemd dus dat hij danig onder de indruk raakte van Claptons Unplugged cd. "Mijn klasgenoten waren allemaal fan van Nirvana en Pearl Jam. Ik begreep daar niks van en vond in die tijd dan ook weinig aansluiting. Een bandje vinden lukte me al helemaal niet."

De onverminderde energie van Claw Boys Claw


Al 35 jaar speelt Claw Boys Claw de Nederlandse podia plat met hun vuige en energieke rock. Frontman en oprichter Peter te Bos (67 jaar) is nog minstens zo gedreven als in de begintijd. 12 oktober staat de band in Fluor.

"Ik moet er wel meer moeite voor doen om fit te zijn voor optredens. Want die hakken er behoorlijk in," vertelt de zanger. Een half jaar geleden is Te Bos gestopt met drinken: "Ik neem nu nog maar één blikje bier en een kleine Jack Daniels voor een concert. Dat scheelt een boel qua fitheid. En het is hard nodig om de goede vibe te krijgen." Ook is hij meer gaan bewegen: "Ik loop nu naar mijn werk (Te Bos is tevens grafisch ontwerper, red.) en voor de boodschappen. Dat is voor mij al heel wat hoor." 

En doet hij nog iets om die kenmerkende luide en lage stem in conditie te houden? "Niet veel. Geen melk en kaas: zuivel is slecht voor de stem. En ik weet inmiddels ook dat één Jack Daniels te veel voor een optreden betekent dat de kans een stuk groter is dat het misgaat. Dus daar let ik wel op."

Maar wie de band onlangs nog eens live zag, weet dat hun energieke live-shows na al die jaren nog niks aan kracht hebben ingeboet. Vorig jaar verscheen een ijzersterk 12e album, It’s Not Me, The Horse Is Not Me – Part 1. Tijdens deze tour speelt de Amsterdamse formatie bijna alle nummers van die cd. Het album leent zich er uitstekend voor: "Die cd is perfect in balans qua stevige en rustige nummers, zodat er op het podium een hele goede flow ontstaat. Een nummer knallen, dan even laidback en vervolgens weer exploderen. En nieuwe nummers als Red Letter en Suck Up the Mountains behoren tot ons beste werk."

Reizen door moeilijke landen


Samen met de Moldavische accordeonist Oleg Fateev trekt schrijver en programmamaker Jelle Brandt Corstius langs de theaters van Nederland met de voorstelling Uw Universele Reisgids voor Moeilijke Landen.


"Het moeilijkste land waar ik ooit gereisd heb?" Jelle Brandt Corstius hoeft niet lang na te denken. "Dat was Kazachstan. De afstanden zijn er enorm, de wegen slecht en het is een vervelende dictatuur. Ja, er bestaan ook leuke dictaturen. Bovendien eten ze er voornamelijk goedkoop paardenvlees. Ik adviseer mensen om er niet naar toe te gaan." Desalniettemin is de schrijver/programmamaker een groot voorstander van (lastige) reizen. "Ik ben voor spirituele dienstplicht: als je 18 jaar bent, moet je een jaar naar een moeilijk land, zodat je Nederland meer gaat waarderen."

Voor de VPRO maakte Brandt Corstius veelgeprezen reportages over India, Rusland en de Kaukasus. Ook scheef hij een aantal reisboeken. Zijn boek uit 2012, "Universele reisgids voor moeilijke landen", vormt het uitgangspunt voor deze theatervoorstelling. "Eigenlijk zijn alle landen buiten Europa moeilijk te bereizen. Al vind ik België ook al een twijfelgeval," vertelt Corstius. Samen met de Moldavische accordeonist Oleg Fateev, met wie hij eerder de voorstelling "'Hoe overleef ik de Russische winter?" maakte, brengt Brandt Corstius een aantal reisverhalen op het podium tot leven. "Ik richt me vooral op reizen die ik niet voor de tv heb gemaakt."

Kruistocht met een smartphone


Voor de tweede keer wordt Kruistocht in Spijkerbroek, het veelgelezen en veelgeprezen kinderboek van Thea Beckman, tot musical verwerkt. Na tien jaar verschijnt het avonturenverhaal voor kinderen wederom op de planken.

"Er is zoveel veranderd in de tussentijd. Dus ik heb het verhaal flink aangepast. Het is sowieso een stuk sneller geworden," vertelt regisseur Mark van Haasteren. Net als zo vele anderen was hij erg onder de indruk van het spannende verhaal over de vijftienjarige Dolf, die als proefpersoon in een tijdmachine stapt en per abuis terechtkomt in een middeleeuwse Kinderkruistocht. "Het is een prachtig en tijdloos verhaal. En het uitgangspunt is nog steeds actueel: Je weet nooit wie je volgt. Wie is echt en wie niet? Er zitten altijd fakers tussen." 

Hiermee doelt de regisseur niet alleen op de achtduizend meelopers in de kruistocht, maar ook op de huidige trend bij de jeugd van 'vloggen' en 'volgen'. Een hedendaags verschijnsel dat hij kundig verweef door het middeleeuws verhaal van Thea Beckman. In de musical wil Dolf graag naar die vroegere tijd terug om een blog te maken. Zijn mobieltje heeft hij meegenomen. Aanvankelijk heeft hij veel baat bij zijn moderne kennis, maar gaandeweg de tocht ontdekt hij dat het leven niet draait alleen om het maken van filmpjes van jezelf. Hij moet de kinderen, die onderweg zijn om Jeruzalem te bevrijden van de Saracenen, bijstaan over hoge bergen, bij ziektes en als er rovende ridders op hun pad komen.

'Je waant je in the Hollywood Bowl in 1968'

Vrijdag 21 september speelt de Engelse band The Doors Alive in Fluor. Deze formatie wordt door velen beschouwd als de beste Doors-tribute band ter wereld. De Amersfoortse Courant sprak met drummer Buzz.

Wat maakt The Doors zo tijdloos?
"Neem een drummer die Latin en jazz speelt, een toetsenist die met zijn linkerhand net zo goed bas speelt als James Jamerson (een invloedrijke Motown-bassist uit de jaren 60 en 70, MC), een gitarist met flamencostijl die overstuurde gitaar speelt op een Gibson, en zet er een dichter voor, en voila, je hebt iets verbazingwekkends. Het geluid van The Doors is en blijft volstrekt uniek."

Dansen en daten op 40UP feesten


Toen Harry de Winter 12 jaar geleden begon met zijn 40Up avonden, kon hij niet bevroeden dat het zo'n succes zou worden. De komende maanden zijn er meer dan vijftig shows door heel Nederland. "Een 40UP feest is een kruising van een schoolfuif, een datingfeest en een reünie."

De eerste editie, in Paradiso, bleek een onverwacht groot succes. "Die avond was binnen een week uitverkocht," vertelt producent en programmamaker Haryy de Winter. Al snel volgden er meer feesten voor 40 plussers, in bekende landelijke poppodia als De Effenaar, Tivoli en het Paard van Troje. Dit najaar komen ook 40 plussers in middelgrote steden als Nijmegen, Hoofddorp, Leiden en Almere aan hun trekken. "En erg fijn dat het ons gelukt is om een goede locatie in Rotterdam te vinden: Hal4." 

De grote toeloop op de 40 UP dansavonden is deels te danken aan de vergrijzing van de maatschappij. En vergrijzing betekent tegenwoordig niet automatisch: minder drang tot dansen. "Veertig jaar is het nieuwe dertig en vijftig jaar het nieuwe veertig. Dat zijn de bekende slogans, maar het klopt wel," vertelt De Winter. Zo'n twaalf jaar geleden organiseerde hij al besloten dansavonden in kunstenaarssociëteit De Kring in Amsterdam. "Die zaten altijd helemaal vol. Maar er konden slechts 200 man naar binnen en je moest lid zijn bovendien. Zonde voor al die veertigers die geen lid waren en er niet in mochten."

Her Majesty is meer dan een tribute band


Zaterdag 8 september speelt Her Majesty in Fluor. Na een succesvolle theatertour met de programma's Déjà vu en Marrakesh Express, resulterend in een uitverkocht Koninklijk Theater Carré, is het nu tijd voor een clubtour.

In The Very Best Of CSNY speelt Her Majesty nummers die Crosby, Stills, Nash & Young gezamenlijk, of afzonderlijk van elkaar hebben gemaakt, zoals Carry On, Helplessly Hoping, Our House en Almost Cut My Hair, maar ook Cinnamon Girl, Heart of Gold en Like a Hurricane, liedjes van Neil Young.

Zanger/gitarist Jelle Paulusma (voorheen Daryll-Ann) sloot zich aan bij Her Majesty toen de band al een succesvolle Beatlestribute achter de rug had. "Ze wilden nummers van CSNY gaan spelen en vroegen mij erbij. Ze hadden nog een Neil Young nodig."

'In iedere herinnering zit muziek'


8 september wordt Reinbert de Leeuw, de éminence grise van de moderne muziek, 80 jaar. Dat wordt groots gevierd in het Muziektheater."Heel soms gebeurt het nog dat ik geconfronteerd wordt met iets onbekends prachtigs."

Afgelopen weekeinde speelde hij nog midden in de natuur van Vlieland, tijdens het festival Into The Great Wide Open. De vingers moesten wel eerst even opgewarmd worden. "Het was best koud daar. Mijn handen waren even in gevecht met de toetsen," vertelt de bijna 80-jarige componist/dirigent/pianist in zijn appartement in Amsterdam. Maar de verstilde klanken van Satie's 'Gymnopodies' klonken prachtig in de buitenlucht. "Ik was een beetje bezorgd of het wel goed zou gaan. Er waren zoveel mensen, heel veel kinderen ook. Maar het bleef wonderlijk stil."

De magie van Satie blijkt nog steeds niet uitgewerkt. Midden jaren 70 zette Reinbert de Leeuw zijn bedaarde interpretaties van de Early Piano Works I, II en III op vinyl. De drie albums werden een enorm succes, ook bij vele niet-liefhebbers van klassieke muziek. "Je hoeft geen groot kenner te zijn van de muziekgeschiedenis om Satie te begrijpen. Zijn muziek kent een grote eenvoud en directheid." Na het ongekende succes in de jaren 70 en 80 was De Leeuw een lange periode klaar met Satie, maar sinds kort trekt hij er (opnieuw) volle zalen mee. "Hij heeft mij nooit losgelaten. Je raakt er niet op uitgekeken. Het is muziek die nog altijd fascineert." De herwaardering van Satie sluit naadloos aan bij de huidige populariteit van componisten als Einaudi, Yann Tiersen en Joep Beving.

Het juk positief belicht


Een juk roept vooral negatieve associaties op. De kunstenaars Hans Lemmerman en Koen van Hensbergen presenteren als De Jukmannen het juk als een trofee: volgehangen met persoonlijke bezittingen van Eemlanders met een verhaal.

Met dit project wil het tweetal aantonen dat een juk meer kan zijn dan een transportmiddel of een last. Aan de jukken ("We hebben er nu ongeveer zestien vergaard via Marktplaats") worden persoonlijke 'schatten' van inwoners uit Amersfoort en omgeving opgehangen. "We doen bij deze een oproep aan de lezers om ons aan geschikt materiaal te helpen," zegt Lemmerman.

Na het verzamelen van materiaal uit de samenleving ("Denk aan kerstballen uit de jaren 50, Lourdesflesjes en sportbekers") gaat het duo met de 'aangeklede' jukken op de foto, op markante locaties in Amersfoort. "Variërend van de montagewoningen aan de Tuinbouwweg tot De Zonnehof." Lemmerman benadrukt dat niet alle spullen geschikt zijn: “Het gaat niet om oude meuk. Als het te nostalgisch wordt of te rommelig oogt aan een juk, is het voor ons minder geschikt.”

'De antenne moet altijd openstaan voor goede vergissingen'


16 augustus staat Spinvis (alias voor Erik de Jong) in het Zuiderparktheater. Samen met zijn ensemble speelt de Nieuwegeiner liedjes van zijn laatste album Trein Vuur Dageraad, bekende oude songs en nieuw materiaal.
Speciale voorbereidingen voor het optreden in de buitenlucht treft hij niet: "Na al die jaren is de band genoeg van elastiek om ter plekke rekening te kunnen houden met de omstandigheden, zoals het weer en het publiek. Uiteraard hebben we wel een plan, maar daar moet je niet te rigide in zijn, vind ik." Optreden in Den Haag doet hij graag: "Voor mij is het de meest cultureel geïnteresseerde stad van Nederland. Het publiek lijkt beter geïnformeerd te zijn over wie je bent en wat je doet."

Uiteraard hoopt Erik de Jong vanavond op een mooie zonsondergang en een hemel vol sterren. Je bent romanticus of niet. Gedijen zijn melancholieke liedjes niet beter bij een jaargetijde als de herfst? "Nee hoor, zonnige dagen kunnen ook heel melancholisch zijn. De weemoed van de zomer vind ik minstens zo mooi als die van de herfst." Wel laat het tropische weer van de laatste tijd zijn sporen na in nieuwe liedjes. Ter illustratie laat hij in zijn studio in Nieuwegein een stukje van een nog onaffe song horen: een opgewekt pianodeuntje. "Zo werkt het dus blijkbaar wel. Maar ja, voordat je het weet gaat er weer iemand dood en wordt het toch weer geen vrolijk liedje, ha ha."

woensdag 1 augustus 2018

Circustalenten krijgen kans bij Cirque Moustache 


Voor de zesde keer trekt Cirque Moustache door het land. Na een korte tussenstop in België zijn er binnenkort optredens in Lage Vuursche en Woudenberg.

Circusdirecteur Jasper Riedeman (34 jaar) is druk bezig met het afbreken van de circustent in Zeist. "Het is maar goed dat ik je nu spreek, en niet vanuit de oude vrachtwagen waarmee we zo meteen naar België rijden. Die maakt veel kabaal, stinkt en rookt. Een goed gesprek was dan bijna onmogelijk geweest." Toch is het juist die romantiek, van oldtimers ("We reizen met een oude Mercedes-brandweerwagen en -veewagen") en Pipowagens, die hem aantrok in het circusbestaan. "Het circus uit de oude boeken, met ouderwetse auto's die in een karavaan rondrijden, heb ik altijd prachtig gevonden."

Therapie
De fascinatie voor het circusleven werd aangewakkerd toen zijn ouders opmerkten dat de fijne motoriek van de jonge Riedeman niet optimaal was ontwikkeld. "Ze stuurden me op therapie om te oefenen. Van de therapeut moest ik jongleren, en dat is een beetje doorgeslagen." Op 13-jarige leeftijd ging Riedeman bij het jeugdcircus, waar hij de belangrijkste circustechnieken onder de knie kreeg. Later werd hij circusassistent en -docent, en uiteindelijk besloot hij om zelf een circusschool te gaan runnen. "Toen er een gebruikte circustent voorbij kwam, heb ik mijn spaarrekening geplunderd, en ben ik, naast mijn werkzaamheden bij het jeugdcircus, gestart met een echt circus: 'Cirque Moustache'. Vernoemd naar de standaardsnor van de circusdirecteur.

Kinderen maken hun eigen wijkkrant


Lombok heeft sinds kort een heuse wijkkrant: De Buurtblinker. Een krant gemaakt door kinderen uit Lombok en omgeving.


"Met deze krant willen we laten zien wat er zoal speelt in de wijk. Er zijn zoveel mooie initiatieven in Lombok," vertelt Frederike Diepenbroek, coördinator bij Buurtblinkers, een organisatie voor kinderen en jongeren in Utrecht West. Ook ervaren kinderen wat je zoal met taal kunt doen. "We geven extra taallessen, maar door het maken van een krant ontdekken kinderen dat taal ook leuk kan zijn. En dat het goed is voor hun woordenschat en taalontwikkeling is mooi meegenomen."

Aan de hand van workshops is aan een tiental kinderen de beginselen van de journalistiek uitgelegd, zoals het verschil tussen open en gesloten vragen en het belang van doorvragen. Vervolgens trokken ze in kleine groepjes, met een volwassen begeleider (een vrijwilliger van Buurtblinkers), de wijk in. Gewapend met een mobieltje (voor foto's en geluidsopnames) en een vragenlijst. De onderwerpen bedachten de kinderen zelf. "Ze kozen opvallend vaak voor iets met eten. Misschien komt dat door hun culturele achtergrond," zegt Diepenbroek.

De meeste kinderen bij Buurtblinkers zijn van Marokkaanse of Turkse afkomst. Fahad (10) en Emirhan (11) gingen op bezoek bij het restaurant Instock, waar ze de eigenares ondervroegen over de alternatieve maaltijdbereiding (gerechten worden bereid van restproducten, vergaard bij supermarkten). Na afloop van het vraaggesprek kregen de jeugdige verslaggevers de kans om zelf te proeven. Hun (goudeerlijke) oordeel haalde ook de wijkkrant. Amal (11) en Nisrine (10) interviewden een vrouw van De Voorkamer, een ontmoetingsplek op de Kanaalstraat. In het Engels. Diepenbroek: "Dat was heel knap van ze, ik was supertrots. Dat was echt een Engelse les in de praktijk."

Een klein boompje in de schaduw van een grote boom


Op 13 juli treedt Bouke Scholten op in openluchttheater Cabrio te Soest. Samen met zijn live-band speelt hij repertoire van Elvis Presley.


"Ik ben geen imitator, maar een sound-alike." Dan is dat ook maar meteen gezegd. "Want ik sta niet in een Elvispak, met een pruik op en zwarte bakkebaarden op het podium. En ik imiteer niet elk snikje, ik doe het op mijn eigen manier," zegt Bouke Scholten. Hij werd er toevallig op geattendeerd toen hij als achttienjarige soulliefhebber een lied van Tom Jones zong: zijn stem leek wel erg op die van Elvis Presley. Daar moest hij iets mee gaan doen, zo werd hem verteld.

Tot dat moment had Scholten niet veel met de man die hij voornamelijk kende van films. "En die spraken me niet erg aan." Toch besloot hij zich te gaan verdiepen in het werk van Elvis. Het kwartje viel pas echt toen hij die beroemde live-opname uit 1968 zag: de Comeback Special. "Ik vond die rauwe stem geweldig en zijn muziek klonk tijdloos. Vooral het laatste lied, 'If I can dream', raakte mij enorm."In het jaar dat de wereld The Beatles "dreigde te gaan omarmen", was daar opeens de glorieuze terugkeer van The King of Rock & Roll. "Hij was toen op zijn best, zowel qua zang als uiterlijk."

Twee vermaarde Nederlandse bands met brekebenen


8 juli is de tweede editie van het Haags Beat Festival in het Zuiderparktheater. Gerenommeerde Haagse en niet-Haagse bands geven acte de presence. Zo zijn er o.a. optredens van Massada, The Wild Romance, Focus, Polle Eduard en Gruppo Sportivo.


Dat Gruppo Sportivo niet mag ontbreken op een Haags festival met 'artiesten die Den Haag voor eeuwig op de kaart hebben gezet in de geschiedenis van de popmuziek' staat buiten kijf. Eind jaren 70 was de band razend populair en waren er grote hits als Disco Really Made it, Hey Girl en Beep Beep Love. De laatste tijd was het rustiger rondom de Haagse formatie, maar met hun recente album Great is Gruppo weer helemaal terug. Maar het is nog allerminst zeker of de band daadwerkelijk het Haagse podium zal betreden …

Zanger en tekstschrijver Hans Vandenburg kwam vlak voor Parkpop, waar hij ook op zou treden, ongelukkig ten val in zijn badkamer. Het leek aanvankelijk mee te vallen, maar in het ziekenhuis bleek hij een enkelbreuk en gescheurde enkelbanden te hebben opgelopen. Parkpop moest hij op het laatste moment afzeggen. "Dat kwam te vroeg voor mij. De dokter had me aangeraden om rust te nemen met de voet omhoog. En om nou te riskeren dat ik de rest van mijn leven kreupel zou blijven, dat leek me geen goed idee."

Foto: Frank Bours
Een fikse domper dus voor de band die opnieuw in de belangstelling staat. "We waren van plan om flink uit te pakken op Parkpop, met blazers en zo. En we hadden veel zin om ons nieuwe album voor een groot publiek, en in onze thuisstad, te gaan spelen. Het was een hele nare toestand." Maar Vandenburg zou Vandenburg niet zijn als hij, ondanks alle ellende, er de humor niet van zou inzien. "De titel van ons laatste album, Great, betekent groots en geweldig, maar ook zoiets als: Fijn. Great dus dat dit juist nu gebeurt. Overigens hebben we ook ooit een nummer opgenomen dat Break heette. Dat is ook wel passend."

Kwab: Triomf van de fantasie


Het Rijksmuseum wijdt een tentoonstelling aan kwab, een decoratieve en invloedrijke Nederlandse kunststroming uit de zeventiende eeuw die zijn naam dankt aan de organische, lobbige vormen.

"Dit onderwerp staat misschien wat verder van de mensen af dan een expositie over Picasso of Rembrandt," zegt initiator en conservator Reinier Baarsen. "Maar in die tijd was kwab echt revolutionaire kunst. Als ik die beroemde zilveren kan in de VS op een veiling laat zien, denken mensen dat hij uit 1900 stamt. Men kan zich niet voorstellen dat hij al zo oud is." De kwabstijl wordt dan ook wel beschouwd als 'surrealisme avant la lettre'.

In een filmpje dat bij aanvang van de tentoonstelling is te zien, wordt de rijkelijk gedecoreerde kan van alle kanten belicht. Het blijkt een bewuste keuze van het museum. Baarsen: "De kwabobjecten moet je eigenlijk in je hand houden, om zo de unieke vorm te kunnen voelen. Daar werden ze toentertijd ook voor gemaakt. Ze werden veelvuldig vastgepakt en omgedraaid. En men bekeek ze bij kaarslicht. In een vitrine hebben ze het moeilijk." En dus werd het ondersteunend filmpje gemaakt. "Doordat de kan in het filmpje ronddraait, lijkt het alsof je hem open kunt maken."

De vergulde zilveren kan uit 1614 is het pronkstuk van de tentoonstelling. Hij wordt beschouwd als het beroemdste Nederlandse kunstwerk uit de 17e eeuw, omdat geen ander werk zo vaak is afgebeeld op schilderijen. De opzienbarende kan, opgebouwd uit een 'dragend' aapje, een vrouwenlichaam en een draak die in elkaar vervloeien, is gemaakt door de Utrechtse edelsmid Adam van Vianen. Dit ter nagedachtenis aan zijn overleden broer Paulus, eveneens edelsmid en grondlegger van kwab. Samen met de Amsterdammer Johannes Lutma hebben de twee broers kwab op de internationale kaart gezet.

In veel interieurs bij de elite van Engeland, Frankrijk en Duitsland werd kwab in die tijd verwerkt in de ornamenten. Ook werd de lobbige kunststijl vertaald naar andere disciplines, zoals de schilderkunst (Rembrandt) en de meubelmakerij (Herman Doomer).

Behalve de kunstig geconstrueerde kan worden er in het Rijksmuseum nog zo'n 130 kwabobjecten vertoond. Zo is er chic versierd zilversmeedwerk te zien en goudleren wandbekleding uit de slaapvertrekken van een Zweeds kasteel. Ook worden twee deuren van het beroemde koorhek van de Nieuwe Kerk van Amsterdam tentoongesteld, en zijn er vele weelderige kwabornamenten op schilderijen, lijsten, tafels, kasten, prenten en ontwerptekeningen te bezichtigen. Er hangen schilderijen van Gabriël Metsu aan de muur, en van Rembrandt. Te zien is zijn werk 'Heilige Familie', op deze expositie gestald vanwege de zelf ontworpen kwablijst.

Een vermoeden van een verhaal


Vanaf aanstaande zondag is Eye Filmmuseum het decor voor een overzichtstentoonstelling van Alex van Warmerdam, waarbij de bezoeker voor even in het hoofd kan kruipen van de maker.

"Je bent al de vierde die dat vraagt vandaag. Dat is wel raar hoor." Even lijkt het alsof Van Warmerdam, net als veel van zijn filmkarakters, ietwat korzelig is. Maar dat is schijn. Met een fijn uitzicht op zijn laatste film, Schneider vs Bax ("Ik zie me daar weer door het moeras lopen, met al die dampen die omhoog kwamen en die me bedwelmden") vertelt de film- en theatermaker, schilder en schrijver bereidwillig over zijn tentoonstelling. Soms wat kortaf, maar dat is niet erg. Want veel tijd heeft hij toch niet.

De vraag luidde of hij trots is als hij hier rondkijkt."Het is allemaal nog erg vers. Vanochtend heb ik nog wat geschilderd en gepoetst, en ook sommige muziek moet nog aangepast worden. Het is bijna klaar, maar nog niet helemaal. Eigenlijk loop ik hier als een zombie rond nu." Het is een beetje "een rare" tentoonstelling geworden, vindt hijzelf. "Hij bestaat uit twee delen he: een met oud en een met recent werk. De filmfragmenten zijn oude meuk voor mij, het gaat mij toch vooral om de nieuwe dingen die ik gemaakt heb."

Dat her en der door de zaal die 'oude meuk' wordt geprojecteerd (o.a. de prachtfilms De Noorderlingen, Kleine Teun, De Jurk en Borgman) lijkt hem maar matig te bekoren: "Ik zie mezelf te veel hier, dat vind ik niet altijd even gemakkelijk." Maar laat er geen misverstand over bestaan: Van Warmerdam voelt zich zeer vereerd om in Eye te exposeren: "Als je gevraagd wordt om dat te doen, is dat wel heel opwindend." Zijn nieuwe werk, van hooguit een half jaar oud, is ontworpen in zijn atelier in Antwerpen. "Ik ben er in november mee begonnen en tot de laatste dag ben ik bezig geweest."

Joop Nolles gaat onverstoorbaar door


15 juni staat Joop Nolles op het podium van het Werftheater, samen met zijn muzikale vriend Wiebe Zigtema. Ieder speelt een eigen set met nieuwe liedjes, maar de twee, niet meer piepjonge muzikanten gaan ook hun krachten bundelen.


"Het is best bijzonder dat twee mannen van rond de zestig nog met nieuwe muziek komen," vertelt Joop Nolles op een zonovergoten terras aan de Mariaplaats. "Veel oudere muzikanten spelen hun bekende repertoire, of covers. Al zijn er natuurlijk ook uitzonderingen, zoals Hallo Venray en Claw Boys Claw, bands die ook een eeuwige jeugd hebben. Met hen voel ik me verwant."

Niet bij iedere muziekliefhebber zal gelijk een belletje gaan rinkelen bij het noemen van de naam Joop Nolles, maar de eigenzinnige en sympathieke muzikant brengt toch al enkele decennia, solo of met een band, kwalitatief hoogstaande albums uit. Hij heeft er vrede mee dat hij nooit door het grote publiek is opgepakt: "Ik heb er nooit veel aan gedaan om bekend te worden. Als ik in Utrecht een plaat uitbreng, mag ik al blij zijn als 3voor12 dat in de agenda zet." Tot grote onvrede leidt het niet: "Ik voel me niet miskend hoor, maar zo liggen de verhoudingen blijkbaar."

Van het poppodium naar het pluche van het theater


Chansonrapper Diggy Dex gaat het theater in. Zijn tour vangt aan in De Flint, in zijn thuisstad Amersfoort. "Mijn rustige liedjes komen in het theater beter tot hun recht."


Het gesprek vindt plaats op een terras achter het treinstation van Amersfoort. Meteen erna vertrekt Diggy Dex (echte naam: Koen Jansen) naar Maastricht, voor een bezoekje aan zijn manager. "Niets zakelijks hoor, ik ga een paar dagen lekker aan de Maas zitten en helemaal niks doen." Hij heeft het soms nodig, zo bekent hij. "Even weg zijn en een nieuwe omgeving. En vanuit de trein zie je weer hele andere dingen dan in de studio. Maar mijn opschrijfboekje heb ik altijd bij me."

Foto: Daniel J. Ashes
Diggy Dex zit midden in de drukte rondom zijn theatertour, die zondag 3 juni van start gaat in zijn thuisstad Amersfoort. Je zou je de switch van het poppodium naar het theater wel kunnen relateren aan een van zijn favoriete liedjes: 'Is dit nu later?' van Stef Bos. "Toen ik als beginnend muzikant Nirvana aan het oefenen was op gitaar, had ik nooit gedacht dat ik later nog eens in het theater zou staan." Maar hij kijkt er wel naar uit: "Ik heb ook best veel rustige liedjes waarbij de tekst centraal staat. Die komen daar beter tot hun recht. Mensen hebben dan meer tijd om het te laten bezinken." 

Tussen de liedjes door vertelt Diggy Dex verhalen en anekdotes om zijn teksten nader te duiden. De titel van zijn laatste album, Golven, hanteert hij als leidraad. "Ik vertel over de symbolische reis die een artiest maakt over de golven. Maar dat doe ik wel met een knipoog. En er zullen zeker ook momenten in de voorstelling zijn dat het publiek los kan gaan op een lekkere beat." Spelen in het theater heeft ook zo zijn voordelen: "Op een poppodium moet je er meteen staan, in het theater kun je de show lekker rustig opbouwen."

"Een kinderboek als 'Lampje' is al lang niet meer geschreven" 


Na zo'n twintig jaar als illustrator te hebben gewerkt, besloot de Annet Schaap zelf een kinderboek te schrijven. Met succes.

Het verhaal gaat over de dochter van een vuurtorenwachter, die schuldig wordt bevonden aan een scheepsramp en moet gaan werken in een landhuis. Daar woont, zo wordt beweerd, een monster. Tussen het meisje en het 'monster' (een jongen met een vissenstaart) ontwikkelt zich, na de nodige weerstand van beide kanten, een bijzondere band. "Bij Lake Michigan zag ik een vuurtoren met een huisje ernaast, en dacht: daar ga ik een boek over schrijven."

Zo lijkt het alsof Schaap 'Lampje' uit haar mouw schudde, maar het tegendeel is waar. Vele jaren heeft het geduurd voordat de Utrechtse illustrator (o.a. van kinderboeken van Jacques Vriens en Francine Oomen) haar tekenpotlood verruilde voor de kroontjespen, zo vertelt ze in haar werkplaats aan de Vlampijpstraat. "Lange tijd lukte het schrijven me niet. Maar ik voelde dat ik het wel kon. Als spieren die je wel hebt, maar nooit gebruikt." Al op de schrijversschool had ze de wens om een kinderboek te schrijven. "Maar ik dacht toen: dat is zoveel werk, het lukt me nooit."

woensdag 30 mei 2018

Wat een illustrator ziet als hij heel goed luistert


27 mei is de Illustratie Biënnale in de Toneelschuur Haarlem. Twaalf illustratoren kregen de opdracht een platenhoes te ontwerpen bij hun favoriete muziekstuk of album. Acht van hen vertellen over de beweegredenen bij hun keuze.

1. Ytje Veenstra: Shonen Knife, Osaka Ramones

"Ik wilde graag iets doen met rock 'n roll, al hou ik ook erg van noise, techno, ambient en Japanse psychedelica. Maar omdat de Illustratie Biënnale precies samenvalt met de Stripdagen Haarlem, heb ik gekozen voor rock 'n roll. Door het werk van striptekenaars als Charles Schultz en Robert Crumb zijn strips en rock and roll nauw met elkaar verbonden. The Ramones zijn natuurlijk de iconen van de rock 'n roll, maar daar is al veel over getekend.

Het leek me leuk om een link te leggen met Japanse manga, en die te plaatsen tegenover de Amerikaanse strip. Ik heb gekozen voor 'Osaka Ramones', een album van de Japanse band Shonen Knife, met nummers van The Ramones. Ik hou ook van de architectuur en het stadsgevoel van New York waar The Ramones vandaan komen, dus dat combineerde ik met de skyline van Osaka, waar Shonen Knife vandaan komt. Ook wilden ik drie stoere vrouwen in een auto op de cover, de leden van de band.

En er moest een obi strip bij: een stuk papier, dat bij de 'rug' van Japanse vinyl uitgaven (maar ook bij boeken, dvd's en cd's) wordt aangebracht. Vaak wordt een uitgave beduidend meer waard, alleen om die obi strip. Ik vond het leuk om daar mee te spelen."

Op zoek naar poëzie buiten het boek


Samen met de Utrechtse Boekenbar organiseert Kila van der Starre wandelingen langs straatgedichten in de Utrechtse binnenstad.


"Deelnemers vertellen me dat ze die geschiedenis- en architectuurwandelingen wel een beetje gehad hebben," vertelt de Utrechtse literatuurwetenschapper en gids. Mensen zijn vaak verbaasd over de vele poëzie in hun omgeving. "Vooraf denken ze dat ze het allemaal wel eens gezien hebben, maar na de wandeling blijkt dat meer dan de helft ze nooit is opgevallen." Voor de goede zoeker zijn er in Utrecht gedichten te vinden van o.a. JC Bloem, Ida Gerhardt (meest populair) en Ingmar Heytze. Maar er zijn ook onbekende werken te zien, en straathaiku's.

Van der Starre promoveert momenteel op het onderwerp 'Poëzie buiten het boek in Nederland en Vlaanderen na WOII.' Behalve straatpoëzie onderzoekt ze ook poëzie op Instagram, poëzie bij tatoeages en poëzie in rouwadvertenties. Enkele jaren geleden lanceerde ze de website Straatpoëzie.nl, waar mensen uit Nederland en Vlaanderen kunnen aangeven waar ze een gedicht hebben aangetroffen. En dat blijkt overal te zijn: in natuurgebieden, steden, dorpen, op Waddeneilanden en in tunnels, maar ook op rioolputjes en zebrapaden. De teller staat intussen op 1820 gedichten, waarvan zo'n 150 in Utrecht. "Vandaag zijn er nog drie bij gekomen uit het Griftpark. Twee dichters kende ik niet, en er zat een graffitigedicht bij met roze tape."

De wederopstand van een gevallen popidool


Verrassende naam op het affiche van het Bevrijdingsfestival in Den Haag is die van Fab Morvan, een van de twee playbackende voormannen van Milli Vanilli. Stap voor stap werkt hij aan een carrière waarin hij wel zelf zingt.

Het is een wonderlijk beeld: samen met een van de drie echte zangers van Milli Vanilli, Johnny Davis, staat Fab Morvan op het podium in een Duitse tv-show. De twee zingen een medley van de grootste hits van de razend populaire popband uit de jaren 80 en 90. De microfoon van Davis lijkt wel iets verder open te staan …

Wikipedia
Hoe zat het ook weer? Producer Frank Farian (die eerder Boney M wereldfaam bezorgde) verleidt eind jaren tachtig twee enigszins naïeve, goed uitziende jongelingen, Fab Morvan uit Frankrijk en Frank Pilatus uit Duitsland, middels een flinke zak geld tot het tekenen van een schimmig contract. Farian laat de eerste single van zijn project Milli Vanilli, 'Girl you know it's true', echter inzingen door drie andere, meer volleerde maar minder mediagenieke zangers. Morvan en Pilatus worden slechts ingezet als (playbackende) blikvangers bij optredens.

Na het eerste album 'All Or Nothing' is er geen weg meer terug. "We dachten dat het bij een plaat zou blijven, maar contractueel bleken we voor drie albums vastgelegd," vertelt Morvan in een Amsterdams café. "Farian had een val voor ons opgezet. Met Boney M had hij 120 miljoen platen verkocht, dus we durfden hem niet tegen te spreken. Onze grote fout was dat we geen eigen manager hadden." De eerlijkheid gebiedt echter ook te zeggen dat het luxeleven van feesten, reizen, vrouwen en dure hotels verslavend werkte voor het tweetal van redelijk eenvoudige komaf. "Ja, dat was fantastisch. We hadden nooit gedacht dat we miljoenen albums zouden verkopen." 

Flamenco met een boodschap


Met de voorstelling Requiem for the earth toont flamencogitarist Paco Peña op 3 en 4 mei in het Zuiderstrandtheater in Scheveningen zijn maatschappelijke betrokkenheid. "Het gevoel van flamenco sluit goed aan bij de wens om van de aarde een betere gemeenschap te maken."

"Klimaatverandering, ontbossing, het verdwijnen van diersoorten, plastic in de oceanen: het zijn de serieuze problemen van deze tijd," verklaart de vermaarde flamencogitarist de thematiek van zijn requiem nader. Het gesprek vindt plaats in het Rotterdams Conservatorium, waar de inmiddels 75-jarige Paco Peña (die is getrouwd met een Nederlandse vrouw) al sinds 1985 flamencolessen geeft. "We zijn met teveel mensen op aarde en onze bronnen raken op." Het zijn deze maatschappelijke thema's die hij verwerkte in een flamenco-requiem.

De huidige staat van de mensheid baart Paco Peña zorgen, maar Requiem for the earth is tegelijkertijd een ode aan de wereld. "De wereld is namelijk ook zo mooi. Het is jammer dat bepaalde belangen de balans verstoren, en dat volgende generaties hieronder moeten lijden." Het lijden van de mens neemt in zijn requiem uiteraard een belangrijke rol in, maar er is ook ruimte voor positivisme en hoop, gesymboliseerd door een klein kinderkoor. "Kinderen zijn onschuldig, maar ze krijgen wel onze erfenis mee. In een van de liederen zingen ze: "Mensheid, wat heb je gedaan?" Voor hen moeten we de wereld zo goed mogelijk achterlaten."

Al eerder in zijn rijke muzikale carrière combineerde Paco Peña klassiek met flamenco (o.a. in 'Misa Flamenca'). "Het zijn twee genres die niet bij elkaar lijken te passen. Een koor klinkt verfijnd, de flamenco juist rauw. Maar een clash van die twee vind ik heel interessant."In zijn requiem hanteert Peña in grote lijnen de traditionele vorm van de klassieke Latijnse mis, met gezangen als 'Kyrie', 'Sanctus' en 'Agnus Dei'. Ook gebruikt hij teksten van Homerus en het gedicht 'Dies Irae', dat afkomstig is uit de Latijnse mis der overledenen. Maar de muzikale benadering (het ritme, de zang) is door de flamenco geinspireerd, "want dat is en blijft mijn muziek."

Band van vele windstreken strijkt neer in Amersfoort


12 mei speelt Jungle by Night in de Fluor. De veelkoppige, instrumentale band gaat nieuwe nummers spelen, na zo'n 450 shows te hebben gedaan in het buitenland.

"In Nederland optreden is ook leuk. Dat klinkt wel wat decadent he, als ik dat zo zeg." Maar ja, feit is dat gitarist Jac van Exter met zijn band Jungle by Night het afgelopen jaar tourde over de hele wereld. Van Denemarken, Frankrijk en Spanje tot Algerije en Japan. Optreden in Algerije was een bijzondere ervaring en in Japan liepen fans rond met hun eerste single uit 2010, maar de beste ontvangst kreeg de band in Frankrijk: "Ze staan daar meer open voor muziek die niet mainstream is en durven meer risico te nemen in de programmering."

En als mainstream valt de muziek van Jungle by Night niet te karakteriseren. De opzwepende combinatie van Afrikaanse muziek, funk, hiphop en rock is allesbehalve alledaags. Heeft Van Exter enig idee waarom hun muziek wereldwijd wordt gewaardeerd? "We maken geen platte volksmuziek, maar wat we muzikaal doen is ook niet heel ingewikkeld. We stralen niet zoiets uit van: kijk ons een tachtig jams door elkaar spelen. Daarom is het voor velen interessant, denk ik." En dat de muziek van Jungle by Night instrumentaal is? "Ja dat helpt ook natuurlijk. Als we Nederlandse smartlappen zouden zingen, was het een heel ander verhaal."

Marianne Weber wil haar fans blijven raken


Maandag 23 april zingen Marianne Weber en John de Bever, samen met Marcel Fisser Band, hun grootste hits in het AFAS Circustheater te Scheveningen.

"Eerlijk gezegd twijfelde ik sterk of ik het wel zou doen," vertelt Marianne Weber in de lobby van een Eindhovens hotel. "Ik speel liever in een kleine zaal. Bij zo'n groot optreden zijn er zoveel factoren die bepalen of het goed gaat of niet. En ik wil me altijd overal mee bemoeien." Ook is de zangeres enigszins bevreesd of de Scheveningse zaal, met een capaciteit van zo'n 2000 man (even checken nog), wel uitverkoopt." Sterallures zijn de Koningin van het Levenslied duidelijk vreemd. Pas toen haar producer (en goede vriend) Kees Stevens haar voorstelde om het jubileumoptreden in Scheveningen te doen met diens partner John de Bever, stemde ze in.

Met deze volkszanger werkte Weber samen op haar laatste album "Dat is de liefde". Muzikaal hebben de twee welzeker een klik, maar Weber moest wel wennen aan de Brabantse einzelgänger. "Aanvankelijk vond ik John maar een rare vogel. Ik kon geen hoogte van hem krijgen. Later bedacht ik: maar hij speelt geen spelletje." De Bever hoort het glimlachend aan. "Ik ben wel echt ja. En niet onbeleefd hoor. Het enige wat ik wil is mensen gelukkig maken met mijn liedjes. Als dat lukt ben ik ook gelukkig," vertelt de zanger met de ietwat curieuze levensloop. Als veertienjarige werd hij door Vader Abraham ontdekt en verkocht hij duizenden singles. Vervolgens werd De Bever profvoetballer bij F.C. Dordrecht en later (veelgeroemd) zaalvoetballer. Na zijn voetbalcarrière pakte hij de draad als volkszanger weer op. 

Een boek over 'digiminderen' 


De Utrechter Johan van Houten leefde een jaar lang offline en schreef het boek '366 dagen Digiminderen'. Het doel: de digitale (veel)gebruiker een balans laten vinden tussen on- en offline leven.

Een anekdote in het boek gaat over een man die via WhatsApp foto's van zijn maaltijd deelt met zijn echtgenote. Vanwege zijn werk kunnen de twee niet samen eten. "Eerst dacht ik: wat raar. Maar ja, als zij zich daar beter bij voelen: prima!" vertelt van Houten. Hij wil maar zeggen: de sociale media hebben ook hun voordelen. "Ja, natuurlijk. Je kunt het contact met je familie onderhouden als je op vakantie bent, en oma kan chatten met haar kleinkinderen." Van Houten wil de mensen dan ook niet massaal losrukken van hun mobieltje, maar ze bewust maken van eigen gedrag. 

André Manuel: "Van herhaling word ik niet gelukkig"


Vrijdag staat André Manuel met zijn oude band Fratsen op de planken van Fluor. De zanger/cabaretier is nooit geweest van het compromissen sluiten. "Maar ik ben ervan overtuigd: De aanhouder wint."

Na een benefietoptreden voor hun zieke manager en enkele reünieconcerten verscheen er na achttien jaar stilte in 2014 plots een nieuw album van Fratsen, het eerste muzikale project van zanger/cabaretier André Manuel. Op de achtste cd klinkt de band iets steviger dan voorheen, maar onveranderd zijn Manuels grommende zang en zijn zwartgallige, dan wel maatschappijkritische teksten. Muzikaal laveert Fratsen nog immer tussen weerbarstige blues, rock en dronken ballades.

"Na de succesvolle reünieconcerten wilden we niet alleen de oude liedjes van Fratsen spelen, maar verder gaan waar we gebleven waren. En dus zijn we nieuw materiaal gaan opnemen," vertelt Manuel. In 2017 zag opvolger 'Spookt' het licht. "Een album vol met gezellige liedjes. Over dronkenschap. Verliefd worden op de goeie vrouwen. De zegeningen van een leven in de Rock ‘n Roll," meldt de website van de band. Muzikale medewerking is er o.a. van Typhoon ('Gottegot') en Roosbeef ('Pornofilmmuziek').

En wel hierom: Koot en Bie


Podium Oost vormt zondag het decor voor een fijn middagje Koot en Bie. De Utrechtse editor van hun programma's, Martin de Vries, wordt geïnterviewd door oud-journalist Harry van der Ham. "Ze zitten in ons collectieve geheugen gebrand, dus dat wordt een feest der herkenning."

"De middag draait niet om mij, laat dat duidelijk zijn." Martin De Vries wil het meteen maar even gezegd hebben. Centraal staat het illustere duo Koot en Bie, die in de jaren tachtig en negentig door hun talloze geestige en/of maatschappijkritische typetjes een voorbeeldfunctie zijn geworden voor alle satire die nadien op de Nederlandse tv is verschenen.

De Utrechter Martin de Vries was van 1985 tot 1998 editor bij Van Kooten en de Bie. Hij monteerde meer dan 250 afleveringen, waaronder het roemruchte 'Keek op de Week'. Nadat het duo in 1998 de samenwerking had beëindigd, is De Vries zich blijven inzetten om hun erfenis niet verloren te laten gaan. Zo was hij mede-verantwoordelijk voor een overzichtstentoonstelling, produceerde hij de serie 'Nostalgie met Koot en Bie' en was hij initiator van een YouTube kanaal met filmpjes van Koot en Bie.

Tribute aan een groot muzikant en een fijne vent


In november vorig jaar overleed onverwacht Hans Vermeulen, voorman van Sandy Coast, en als producent de wegbereider voor tal van Nederlandse artiesten. 8 april is er een tribute in cultuurpodium Boerderij te Zoetermeer.

De Haagse zanger, componist en producer was verantwoordelijk voor de doorbraak van Anita Meyer. Voor de toen 22-jarige achtergrondzangeres (bij o.a. Patricia Paay) schreef hij in 1976 het vrolijk huppelende 'The Alternative Way'. Het lied belandde op nummer 1 van de Nederlandse Top 40. Zelf speelt Vermeulen piano en zingt hij de tweede stem. Ergens halverwege neemt het lied een onverwachte melodische wending en neemt Vermeulen de zang over. Meyer: "Het was best een opvallend lied ja. Daarom kreeg het ook zoveel aandacht."

Ⓒ HOLLANDSE HOOGTE
Hans Vermeulen produceerde twee albums van Anita Meyer. Hun samenwerking stopte rond 1980. "De koek was een beetje op. Jammer, maar we zijn niet in onmin uit elkaar gegaan hoor. Met 'Why tell me, why' (6 weken op nummer 1, red.) ben ik een andere kant opgegaan." Voor Vermeulen heeft Meyer niks dan lof: "Iedereen smolt als hij begon te zingen. Hij had echt een geweldige stem. Maar hij was ook een hele goede componist met een eigen stijl." Ook op persoonlijk vlak is ze zeer over Vermeulen te spreken: "Hij was niet alleen erg muzikaal, maar hij was ook een fijne, goedmoedige vent. Als je het even niet wist, bleef hij altijd heel geduldig."

Rewire: festival voor muzikanten met honger om te vernieuwen


Voor de achtste keer staat de Haagse binnenstad in het teken van de vernieuwende muziek tijdens Rewire, "een festival met een afspiegeling van de muziek van nu."


Van een kleinschalig festival rondom de voormalige energiecentrale in Den Haag (nu: 'Het Energiekwartier') is Rewire inmiddels uitgegroeid tot een internationaal platform voor avontuurlijke muziek. Met twaalf locaties in de binnenstad en met 10.000 bezoekers uit 35 landen. Festivaldirecteur Bronne Keesmaat: "Het unieke van Rewire is dat je er veel premières ziet. Ook de diversiteit is groot, met lezingen, films, talkshows, optredens en dansavonden. Muzikaal varieert het van jazz tot neoklassiek en dance. Het festival is een afspiegeling van de muziek van nu."

Met name muzikanten uit de 'artistieke voorhoede' zijn van 6-8 april te zien en te horen op het driedaagse Haagse festival. "De makers hebben allemaal honger om te vernieuwen en zijn bezig met innovatie," vertelt Keesmaat. Tegelijk biedt Rewire een springplank voor onbekende namen. Later worden ze regelmatig gevraagd voor grotere festivals als Lowlands. Keesmaat: "Nils Frahm is een goed voorbeeld. Hij speelde al op onze eerste editie en is nu een veelgevraagd muzikant."

De Gouden Eeuw muzikaal verbeeld


Samen met accordeoniste Irene Filippova speelt de Utrechtse muzikant Hans Visser Hollands Glorie, een multimedia-voorstelling over het leven en werk van de oude Hollandse en Vlaamse Meesters.

Aan de muur van zijn werkkamer herinnert een gouden plaat aan zijn verleden met Flairck, de instrumentale folkband waarmee Hans Visser in de jaren '70 en '80 veel succes had. "We bestaan al lang niet meer hoor. Ik ben de enige die nog optreedt." Na Flairck werkte Visser samen met onder andere Herman van Veen, Liesbeth List en George Moustaki. Sinds een jaar of vijftien maakt hij, samen met zijn vrouw en accordeoniste Irene Filippova, muziektheater.

Momenteel staat het tweetal op de planken met een voorstelling over de Gouden Eeuw. Aan de hand van beeld en muziek wordt een verhaal geschetst over het leven en werk van de oude Hollandse en Vlaamse Meesters. "Schilderijen uit die periode vormen het mooiste wat Nederland ooit heeft voortgebracht. Die ambachtelijke werken zijn van ontzettend hoog niveau. Daar kunnen we in deze tijd echt niet meer aan tippen, met al die verfoeide tv-producties," zegt Visser. Het was geen sinecure om schilderijen, teksten en muziek te combineren tot een geheel. "Dat was echt monnikenwerk. Maar dat ligt mij wel."

Theater voor een betere wereld


Samen met muzikant Oleg Fateev speelt Bright Richards 31 maart in de Paardenkathedraal de voorstelling The Bright Side of Life, over het achterlaten van je oude wereld en het integreren in een nieuwe.

De repetities voor de première van aanstaande zaterdag zijn nog aan de volle gang. "We werken nog aan de muzikaliteit van de voorstelling. Een cruciaal punt dat ervoor moet zorgen dat de bezoeker echt wordt meegenomen," vertelt Bright Richards, samen met schrijver/regisseur Ko van den Bosch de maker van The Bright Side of Life.

In de confronterende en komische theatervoorstelling speelt Richards een personage geïnspireerd op hemzelf ("Voor 95 procent is het waarheidsgetrouw"). Twintig jaar geleden ontvluchtte hij -vanwege de burgeroorlog- Liberia, waar hij een beroemd acteur was met een eigen tv-show. Dat hij uiteindelijk in Nederland terecht kwam, noemt hij zelf puur toeval: "Ik nam een KLM-vlucht en arriveerde in Amsterdam." Na de nodige opstartproblemen ("Ik had wel tijd nodig om hier goed te kunnen landen"), volgde hij in Arnhem de acteursopleiding en verhuisde vervolgens naar Utrecht om een productiebedrijf op te starten. Ook is hij medeoprichter van de stichting New Dutch Connections, die vluchtelingen ondersteunt bij het opzetten van een carrière.

Eefje de Visser wil een volgende stap maken


Na twee succesvolle clubtours met haar vaste band staat Eefje de Visser sinds een half jaar alleen op het podium. Als multi-instrumentalist geeft ze een nieuwe dimensie aan haar dromerige popliedjes.

Na haar laatste album 'Nachtlicht' gunde de zangeres zichzelf wat meer tijd om aan een opvolger te werken. Het schrijven van nieuwe liedjes combineert ze
sinds eind 2017 met een solotour. Alleen op het podium staan was al lang een wens. "Ik wilde mezelf ontwikkelen en meer instrumenten leren beheersen." En dus speelt Eefje de synths, gitaar, bas, elektronische drums en samples zelf. "Het is meer clubby, dancier en donkerder dan voorheen. En ik gebruik veel visuals."

Het was wel even wennen, zonder haar vaste begeleidingsband."Ik kan nu niet leunen op mijn medemuzikanten en moet me erg focussen op wat ik doe. In het begin was dat best zwaar ja." Maar het alleen spelen heeft ook zijn voordelen. "Ik heb een ander soort vrijheid nu. Drie maanden heb ik lekker in mijn eentje kunnen repeteren en mijn eigen arrangementen kunnen maken. Met een band moet je altijd weer agenda's trekken."

De Matthäus-Passion als baken in de tijd


Na een jarenlange traditie in de Pieterskerk in Leiden wordt de Matthäus-Passion door Bachkoor Holland dit jaar voor het eerst uitgevoerd in de Nieuwe Kerk van Delft.


Erg rouwig is dirigent Gijs Leenaars niet over de verhuizing naar de Nieuwe Kerk: "Het is natuurlijk altijd jammer als zo'n mooie traditie opeens afgebroken wordt, maar na afgelopen december (het Bachkoor Holland voerde toen het Weihnachts Oratorium uit, red.) ben ik juist erg blij." De locatie is er zeker niet minder op geworden: "Het is een fantastisch mooie plek, die akoestisch zelfs meer geschikt is voor het werk van Bach. De Pieterskerk in Leiden is groter en heeft daardoor een enorme nagalm."

Ook dit jaar zijn er in de Passieweek weer vele uitvoeringen van de Matthäus-Passion te zien her en der in het land. De populariteit van het oratorium van Bach, over het lijdens- en sterfverhaal van Jezus, is ook nu weer bijzonder groot. Leenaars: "Mensen hebben sterk de behoefte om zich met spiritualiteit bezig te houden. En het verhaal spreekt ook tot de verbeelding." Volgens de dirigent vormt de Matthäus-Passion een soort markeringspunt. "Voor veel mensen is het een baken in de tijd, net als Kerstmis. En door vaste rituelen geven mensen richting aan een jaar."

woensdag 18 april 2018

La Superba: een gelukzoeker op zoek naar een nieuw thuisland


In zijn roman Superba beschrijft Ilja Leonard Pfeijffer de zoektocht van een obsessieve man naar het mooiste meisje van Genua. Het boek is bewerkt tot een spannend en muzikaal theaterstuk over dromers en gelukszoekers.

Dat artistiek leider Servé Hermans de roman van Ilja Leonard Pfeijffer ooit zou gaan regisseren, stond eigenlijk al na de eerste lezing vast: "Ik vond het een fantastisch boek. Ilja Leonard Pfeijffer schrijft monumentale zinnen en ook het thema vond ik erg mooi: een gelukzoeker die op zoek is naar een nieuw thuisland." Die gelukzoeker in de roman betreft een Nederlandse schrijver die in Genua inspiratie wil opdoen, omdat hij genoeg heeft van "het platgeslagen land, de kortingskaarten, het goed onderhouden asfalt en de blonde meisjes die hun fiets roze spuiten".

copyright: Ben Van Duin
In de Italiaanse stad ontmoet hij vele andere gelukszoekers, zoals de rozenverkoper, de illegaal en de alcohollist."Het zijn heel verschillende types, maar allemaal met dezelfde verwachtingen en dromen van een nieuw en beter leven." Om toestemming te krijgen voor zijn toneelbewerking ging Hermans, samen met de acteurs Angela Schijf, Wim Opbrouck en Michel Sluysmans, op bezoek bij de in Genua woonachtige Pfeijffer. "Op de bovenste verdieping van een hotel hebben we het hem voorgelezen, dat was wel bijzonder. Zelf speelde hij ook nog een rol, en dat deed hij met een ronkende stem haha. Gelukkig vond hij het een intelligente bewerking en kregen we zijn zegen."

Mens zijn tussen de mensen


Mens is het eerste Nederlandstalige album van Wende. Wat begon als theaterconcert, is uitgegroeid tot een volwaardige cd. “De onrust blijft er inzitten, maar Mens heeft me wel geworteld.”

Het is niet voor het eerst dat de zangeres zich waagt aan Nederlandstalig repertoire. Op de kleinkunstacademie zong ze al Nederlandse liedjes en op haar tweede album staan er ook vier, waaronder een duet met Huub van der Lubbe. Regelmatig zingt ze de evergreen ‘Mens durf te leven’. En vrij onlangs coverde Wende bij DWDD ‘Als de liefde niet bestond’ van Toon Hermans. Maar een heel album met Nederlandstalige liedjes maakte ze niet eerder.

Wat deed je besluiten om dat nu wel te doen?
“Ik kreeg opeens de behoefte om in het Nederlands te schrijven en te zingen. Dat gevoel ontstond toen ik na aan het denken was over de vraag: ‘Waar hoor ik eigenlijk thuis?’. Ik heb in mijn leven op veel plekken gewoond waar ik verschillende talen heb geleerd. Zo zat ik op een Amerikaanse school in Indonesië en op een Franse school in Afrika. Maar ik ben Nederlandse en ik woon hier, dus wilde ik me ook eens in het Nederlands uitdrukken.”

Een pijnlijk komisch familiedrama


Na de verfilming van de succesroman 'Vele hemels boven de zevende' van de Belgische schrijfster Griet op de Beeck is er nu ook een theaterbewerking, op 28 februari te zien in De Flint. De regisseur is Ursul de Geer.

Vanavond is in Stadskanaal de derde try out. De reacties tot dusver zijn veelbelovend: "De zaalbezetting is rond de zeventig procent en er wordt meer gelachen dan ik had gedacht. Dat mensen ontroerd zouden raken, wist ik al," vertelt De Geer. De try outs bieden hem de mogelijkheid om nog het een en ander te finetunen: "Ik heb er nog een scène uitgehaald en twee stiltes toegevoegd. We doen er alles aan om de impact zo groot mogelijk te maken."

Het idee voor de toneelbewerking van de succesroman van Griet op de Beeck is afkomstig van Bos Theaterproducties. "Leon van der Sanden, met wie ik eerder samenwerkte voor 'De Aanslag' en 'Haar naam was Sarah', vroeg me om dit boek te bewerken. Vervolgens ben ik gaan kijken naar de theatrale waarde ervan." De Geer karakteriseert de roman als een "pijnlijk komisch familiedrama". Het boek verhaalt over vijf uiteenlopende mensen die, in meerdere of mindere mate, met zichzelf in de knoop liggen. "Ze zijn er allemaal de dupe van dat ze niet met elkaar praten en alles onder het vloerkleed stoppen. De een redt het niet, de ander gaat het opperste geluk tegemoet," vertelt De Geer.

dinsdag 3 april 2018

Beleving 


Vanaf rij drie in de Nieuwe Kerk van Delft konden mijn vriendin en ik de Matthäus-Passion, in de uitvoering van het Bachkoor Holland, van zeer nabij aanschouwen. Het heeft zo zijn voordelen om af en toe iets voor de krant te schrijven. Vanwege een verkeersinfarct rondom Rotterdam waren we bijna te laat, en al kauwend op een inderhaast gekocht broodje spoedden we ons naar de prachtige kerk. Gelukkig stond daar een rij van zo'n 50 meter, dus de stress bij binnenkomst en aanvang van het oratorium viel uiteindelijk mee. Het was zeer imponerend om dat prachtige muziekstuk op slechts enkele meters afstand uitgevoerd te zien worden. Je ziet het als het ware voor je neus ontstaan. Na afloop vroeg ik enkele bezoekers naar hun ervaring. Ik ben iedere keer weer verbaasd hoe nauwgezet sommige mensen hun beleving van wat ze net zagen en/of hoorden onder woorden kunnen brengen. De favoriete aria's van de avond kwamen er moeiteloos uit. Buß und Reu werd genoemd, en Erbarme dich natuurlijk. Die zou ik waarschijnlijk ook genoemd hebben. Omdat hij erg mooi is, maar ook omdat het de enige zou zijn die me zo snel te binnen zou schieten.


Een andere route


Ik werd gevraagd om Anita Meyer te interviewen over een tribute-middag ter ere van
Hans Vermeulen. Ze zou er zelf ook optreden. De zanger/componist van Sandy Coast, waar Anita Meyer veel aan te danken heeft, overleed eind vorig jaar plots in Thailand. Allerlei muzikanten die op de een of andere manier een connectie met hem hadden, gaan in in Zoetermeer zijn liedjes spelen. Leek me best een leuke opdracht, al zijn er dagen dat ik Anita Meyer niet draai. Sterker nog: ik heb niks met haar muziek. 'Why tell me, why' vond ik toentertijd een geinig liedje (ik was 12 jaar), maar daar blijft het wel bij. Oh ja, ook nog dat nummer natuurlijk dat haar doorbraak betekende in 1976. Geschreven door Hans Vermeulen, die zelf ook meespeelt en meezingt. Een van mijn vroegste muzikale herinneringen. Dus ik heb toch wel iets met haar. Het werd dan ook een leuk gesprek.

 

maandag 19 maart 2018

Herontdekt


Ik ga proberen de komende tijd weer eens wat korte stukjes te plaatsen over muziek. Dat was ook de oorspronkelijke bedoeling van dit blog, maar de laatste tijd kwam het er niet meer van. En het is wel zo leuk om te schrijven over muzikale ontdekkingen of herinneringen, en dan niet alleen in de vorm van een interview of een achtergrondartikel. Bijvoorbeeld over The Dead Brothers, een band die ik deze week herontdekt heb. Via Facebook kreeg ik de melding van hun optreden in dB's komende zaterdag. Het was alweer een tijdje geleden dat ik ze voor het laatst beluisterd had. Er bleek zowaar een nieuw album uit te zijn van dit nogal obscure gezelschap uit Zwitserland. Ik zag ze een paar keer live, de laatste keer is alweer een jaar of dertien geleden. Maar de maffe optredens van de band zijn me wel bijgebleven. Vanwege de muziek natuurlijk: een bonte mix van Waitsiaanse ketelmuziek en volksmuziek uit allerlei contreien, gezongen in het Engels, Frans en Duits. Maar zeker ook door bizarre acts die ze opvoerden, met voorman Alain Croubalian, alias Dead Alain, voorop. Zaterdag ga ik ze dus opnieuw aanschouwen. Ik heb gelijk ook maar even een interview aangevraagd.

 

maandag 5 maart 2018

Noa 't zuuje


De meningen in den lande zijn verdeeld over carnaval, zo blijkt elk jaar weer. Een treurige bedoening met rare hoedjes en (veel te) veel bier, zegt de criticaster. Een verbindend, warmbloedig en feestelijk gebeuren dat te snel voorbij is, zo vindt de fervente Vasteloavend-vierder. Een kort relaas over een voorzichtige, hernieuwde kennismaking.


Een behoorlijk aantal jaren (zo tussen mijn 10e en 22e jaar) heb ik me met veel genoegen gelaafd aan het Venlose Vasteloavend. Toen ik verhuisde naar een andere stad kwam het er nog maar zelden van. Aangemoedigd door die prachtige documentaire 'Noa het Zuuje' besloot ik dit jaar weer eens een poging te wagen. En dus toog ik samen met mijn niet-Limburgse vriendin, die nieuwsgierig was geworden naar deze Zuid-Nederlandse traditie, en in de auto onderweg tot mijn vrolijke verbazing een Spotify-playlist met Jocus-liedjes uit de hoge hoed toverde, noa 't zuuje. 

Het plan was om mijn in Baarlo woonachtige moeder (bijna 80 jaar) over te halen om mee te gaan naar de stad. Maar zij liep niet over van enthousiasme. Op zondag was er niks te doen in Venlo, zo zei ze. Bovendien was het koud en regenachtig. Volgend jaar was misschien een optie, maar dan wel op maandag: de dag van de grote optocht. Na het beluisteren van een paar stokoude, enigszins nostalgisch stemmende carnavalsplaten en het nodige gedraal besloten we om toch maar even te gaan kijken. Mijn moeder weigerde verkleed te gaan, ikzelf zette voor de zekerheid een hoedje op. Hetzelfde hoedje als 20 jaar geleden.

dinsdag 27 februari 2018

Een pijnlijk komisch familiedrama


Na de verfilming van de succesroman 'Vele hemels boven de zevende' van de Belgische schrijfster Griet op de Beeck is er nu ook een theaterbewerking. 28 februari is de voorstelling te zien in De Flint in Amersfoort.

Op de avond van dit interview is in Stadskanaal de derde try out. De reacties tot dusver zijn veelbelovend: "De zaalbezetting is rond de zeventig procent en er wordt meer gelachen dan ik had gedacht. Dat mensen ontroerd zouden raken, wist ik al," vertelt regisseur Ursul de Geer. De try outs bieden hem de mogelijkheid om nog het een en ander te finetunen: "Ik heb er nog een scène uitgehaald en twee stiltes toegevoegd. We doen er alles aan om de impact zo groot mogelijk te maken."

Het idee voor de toneelbewerking van de succesroman van Griet op de Beeck is afkomstig van Bos Theaterproducties. "Leon van der Sanden, met wie ik eerder samenwerkte voor 'De Aanslag' en 'Haar naam was Sarah', hebben we gevraagd om dit boek te bewerken”. De Geer karakteriseert de roman als een "pijnlijk komisch familiedrama". Het boek verhaalt over vijf uiteenlopende personages die, in meerdere of mindere mate, met zichzelf in de knoop liggen en strijden tegen de banaliteiten van het leven. "Ze zijn er allemaal de dupe van dat er niet met elkaar wordt gepraat en alles onder het vloerkleed wordt geveegd. Het vuil stapelt zich op De ene dochter redt het niet en geeft de strijd op, de andere vindt de weg naar het geluk," vertelt De Geer.

The Fortunate Sons: Meer dan een coverband 


Coverbands heb je in alle gradaties. Variërend van niet al te beste imitators tot bands die met bijna angstaanjagende perfectie liedjes naspelen, denk maar aan The Analogues (The Beatles) en Her Majesty (Crosby, Stills, Nash and Young). The Fortunate Sons uit Chicago behoren ook tot de buitencategorie. De Amerikaanse band speelt nummers van CCR, ofwel Creedence Clearwater Revival, de band die eind jaren zestig en begin jaren zeventig wereldwijd mateloos populair was.

Americana uit New York en Duinoord 


Samen met de Amerikaanse singer-songwriter Johnny Dowd treedt Melle de Boer (Smutfish, John Dear Mowing Club) momenteel op in Nederland. Donderdag staan de mannen met een voorliefde voor de rafelranden van het bestaan op het podium in Den Haag.


Ondanks het leeftijdsverschil (Melle de Boer is 45 jaar, Johnny Dowd bijna 70) worden de twee muzikanten gezien als zielsgenoten. De Boer kan zich wel vinden in die typering. "Ja, er zijn zeker raakvlakken tussen Johnny en mij. De muziek komt bij ons allebei uit dezelfde bron: De twijfel over alles, en de onderhuidse dingen die niet vaak worden uitgesproken."

Het moge duidelijk zijn: Voor een vrolijk avondje uit ben je bij de twee mannen aan het verkeerde adres. Melle de Boer en Johnny Dowd hebben meer affiniteit met de donkere kanten van het leven. "We zoeken allebei de rafelranden op van de maatschappij. Onze teksten gaan over onderwerpen als: Eenzaamheid, het verschil tussen rijk en arm en de manier waarop mensen met elkaar omgaan." Maar er is niet louter donkerte te vinden in de muziek van het tweetal. "We proberen de donkere kant te verlichten," zegt De Boer poëtisch. 

dinsdag 6 februari 2018

Vroeger komt nog een keer terug met het Klein Orkest


In de jaren tachtig had hij grote successen met Klein Orkest en ook in het theater trok hij volle zalen. Vervolgens verhuisde Harrie Jekkers naar Ibiza. Nu keert hij terug met het repertoire van Klein Orkest in de voorstelling 'Later Is Allang Begonnen En Vroeger Komt Nog Één Keer Terug.'

Ze behoren tot de canon van de Nederlandstalige popmuziek: Liedjes als 'Laat mij maar alleen, 'Over de Muur' en 'Koos Werkeloos'. Tussen de razend populaire nederpopbands van de jaren tachtig, Doe Maar, Toontje Lager en Het Goede Doel, vormde het geëngageerde Klein Orkest een buitenbeentje. Zanger Harrie Jekkers over die periode: "Het was een hectische tijd vol lol, meiden en drank. Met de bijbehorende stressproblemen."

Samen met het Klein Orkest maakte Jekkers drie albums, waaronder een voor kinderen: 'Roltrap naar de Maan'. Met die plaat won de band een Edison. Na zeven jaar Klein Orkest gaf Jekkers er de brui aan en ging hij het theater in. "Het begon te vervelen om steeds weer diezelfde liedjes te spelen. En ik had geen zin meer om nieuw werk te maken," verklaart Jekkers zijn carrièreswitch van toen. In de huidige voorstelling combineert hij theater en muziek. "Want ik doe het allebei even graag." Op zijn geheel eigen wijze verhaalt Jekkers over het ontstaan, het succes en het einde van Klein Orkest.

dinsdag 23 januari 2018

The Analogues gaan door waar The Beatles stopten

Op authentieke instrumenten en zonder veel opsmuk spelen The Analogues liedjes van The Beatles live. Na Magical Mystery Tour en Sgt Pepper is het nu de beurt aan een ander meesterwerk: The White Album.

Ze hebben net een pittige dag repeteren achter de rug in hun oefenruimte in Haarlem, dus Jac Bico (gitaar en zang) en Diederik Nomden (gitaar, toetsen, zang) van The Analogues ogen een tikkeltje vermoeid. The Beatles staan ook niet bekend om hun eenvoudige composities. Hebben ze de dertig nummers van The White Album wel onder de knie intussen? "We zijn er dichtbij, maar we moeten nog een aantal puntjes op een aantal i's zetten. Er zijn nog details met de zang die niet gelijk lopen, en sommige instrumentale stukken en geluidsdingetjes kloppen nog niet helemaal. Maar dat komt helemaal goed."

Enkele liedjes van het monumentale Beatles-album behoeven weinig oefening: The Continuing Story of Bungalow Bill, Savoy Truffle en While My Guitar Gently Weeps speelden The Analogues al in hun eerdere shows: The Magical Mystery Tour en Sgt. Pepper. Een tegenvaller is het wel dat zanger Jan van der Meij er niet bij zal zijn vanwege oorproblemen. Moke voorman Felix Maginn neemt zijn plaats in. "Hij zingt meer als Lennon, dus we moeten de liedjes iets anders verdelen nu. Maar Maginn is superprofessioneel en een podiumpersoonlijkheid bovendien. We kennen hem al langer, want hij was te gast bij ons optreden in de Ziggo Dome," vertelt Bico.

dinsdag 16 januari 2018

Mooie albums uit 2017


Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk is het best een aardig en gevarieerd lijstje geworden, al zeg ik het zelf. Met o.a. twee Vlaamse en twee Nederlandstalige albums, een drietal mooie vrouwenstemmen, een paar oudgedienden en een op de valreep ontdekt pareltje. Verder nog een vijftal albums in de categorie Neerlands hoop, en niet te vergeten: moois uit Limburg. De volgorde van de albums is willekeurig.


Laura Marling – Semper Femina

In de prachtige film 'On Body and Soul' is er een voorname rol voor het lied 'What He Wrote' van Laura Marling. Haar laatste album (minder folk, meer pop) ontbeert een dergelijk intens nummer, maar ook op Semper Femina bewijst Laura Marling dat ze beschikt over de mooiste vrouwenstem van het moment.

 



Mount Eerie - A crow looked at me

Een album dat ik pas ontdekt heb na het lezen van een lovende recensie over zijn optreden tijdens Le Guess Who dit jaar. Op intieme en indringende wijze brengt deze Amerikaanse zanger een ode aan zijn in 2016 overleden echtgenote. Voor de liefhebbers van Bonnie 'Prince' Billy en Smog.





Melania de Biasio


Het optreden van de Belgische zangeres in de Lutherse Kerk in Den Haag, tijdens Crossing Border, viel een klein beetje tegen: het bleef iets te monotoon. Maar vanaf cd is haar onderkoelde, jazzy triphop prima te verteren en zelfs een aanrader.